Geen producten in de winkelwagen.
Je wordt er misschien moedeloos van. Onze economie die in de put zit, een bestuurloos land waar je maar mee moet zien te leven. Bij onze oosterburen schijnt echter de zon. De Duitser wordt niet geplaagd door torenhoge hypotheekschulden of kabinetscrisissen, en de economie is er flink op stoom aan het raken. Het forse ambtenarenapparaat mag zich er dit jaar zelfs op een loonsverhoging van zes procent verheugen. Kortom, daar rolt de komende tijd het geld. Een mooi moment toch om je op Duits grondgebied te wagen?
“Er speelt zeker een naast-de-deur-effect”, zegt Carina Mijnen. Ze is juriste bij de Nederlands-Duitse Handelskamer (DNHK) en ondersteunt ondernemers die in Duitsland activiteiten willen opstarten. Volgens Mijnen waagden juist veel Nederlandse bedrijven in 2009, toen dus ook Duitsland op zijn gat lag, de stap oostwaarts. De belangrijkste reden om in Duitsland te starten is volgens haar de nabijheid van een relatief grote afzetmarkt en de goede bereikbaarheid vanuit Nederland.
Er spelen een aantal keuzes volgens haar. Je moet weten of je via een agent/distributeur wilt werken of met eigen mensen. Ook moet je afwegen of je het vanuit Nederland gaat aansturen of vanuit Duitsland: via een nevenvestiging van de Nederlandse vennootschap of via een GmbH (vergelijkbaar met een BV). “Voorzichtige ondernemers kiezen ervoor om de markt eerst af te tasten via een handelsvertegenwoordiger.”
Drie tips om rekening mee te houden:
1. Eerst denken en dan doen
Mijnen: “De kracht van Nederlandse ondernemers is dat ze snel kunnen handelen. Dat kan in Duitsland echter tegen je werken. Wees je ervan bewust dat Duitse bedrijven de afspraken veelal graag schriftelijk willen vastleggen. Het is zaak je goed voor te bereiden en formaliteiten serieus te nemen. Zo zijn er voor bepaalde beroepen diploma’s en vergunningen nodig die je in Nederland niet nodig hebt. Ik werd bijvoorbeeld eens gebeld door een kapper die er een zaak had gekocht en al voor duizenden euro’s aan voorraad had ingeslagen, maar er toen achter kwam geen “Meisterbrief” te hebben. Zonder kon hij niet aan de slag. Met enthousiasme en een goede wil alleen ben je er dus niet. “
2. Denk niet te licht over de belastingen
“Wie in Nederland zenuwachtig wordt van de blauwe brief op de deurmat moet dat zeker ook in Duitsland worden. De termijn en procedure voor bijvoorbeeld het indienen van aangiftes omzetbelasting verschilt met die in Nederland. Zo kan het zijn, dat de Duitse Belastingdienst een schatting maakt van je omzet in Duitsland en daarover een aanslag verstuurt. De termijn om in beroep te gaan is vier weken. Indien je niet binnen vier weken reageert, krijg je vervolgens een definitieve aanslag die misschien veel te hoog is, maar waar je mee zult moeten leven. Als je dan denkt dat je het met een vriendelijk telefoontje wel even kunt regelen, dan heb je het mis.”
3. Sjoemel niet, want je zakenpartner is daar allergisch voor
“Benader klanten pas als alles voorbereid is. Zo zien wij vaker Nederlandse ‘ ondernemingen die hals over kop van start gaan. Ze hebben dan GmbH-oprichting in opdracht gegeven maar het duurt nog een paar weken voordat deGmbH in het Duitse handelsregister wordt ingeschreven. Ze hebben natuurlijk wel alvast op de visitekaartjes laten zetten dat ze een GmbH hebben en ach: wat maakt het uit als de website nog niet helemaal live is? Een Duitse zakenpartner kan hier zwaar aan tillen. Zorg dat alles klopt, voordat je op gesprek gaat, want hierdoor kan je contracten mislopen.”
