Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

‘Wheelylift wordt een typisch Hollands product’

Corinne Jaspers en Gabriëlle Okhuizen hebben hun netwerkbedrijf verkocht, om zich volledig te kunnen focussen op startup Wheelylift. Dit gelijknamige fietsopbergsysteem moet een typisch Hollands exportproduct worden. "We halen de productie terug naar Nederland."

Tot voor kort waren opbergsystemen slechts statisch aan de muur of het plafond bevestigd. Je moest je fiets zelf optillen en kon de meeste ophangconstructies alleen binnen gebruiken. Wheelylift daarentegen, is een apparaat dat je het tilwerk uit handen neemt en overal inzetbaar is. Het bestaat uit een hefboom, waarmee je je fiets gemakkelijk de hoogte in kan zwiepen. Daarna neemt je tweewieler de helft minder ruimte in dan normaal. De uitvinding vormt een ideale oplossing voor diegenen die niet over veel bergruimte of spierkracht beschikken. Verrassend genoeg komt het echter uit de hoge hoed van onderneemsters Corinne Jaspers en Gabriëlle Okhuizen (41). De twee stonden niet bekend als productontwikkelaars en timmerden twaalf jaar aan de weg met GOCO, een netwerkorganisatie die zo’n 300 zelfstandige ondernemers en adviseurs in contact brengt met opdrachtgevers.

Maar Jaspers en Okhuizen zijn geboren netwerkers en maakten in het verleden ook deel uit van een aantal commissies. Zodoende kennen ze ook de 74-jarige Jules Sijpkens, uitvinder van de Wheelylift. Hij had niet zo lang geleden een internationaal patent bemachtigd op zijn ‘fietskapstok’, maar zag geen kans meer er zelf mee de markt op te gaan. Sijpkens benaderde vervolgens Jaspers en Okhuizen, vanwege hun ruime ervaring in het ondernemen. “Het apparaat was nog te log, zag er esthetisch niet goed uit, en paste nog niet op een Europallet”, blikt Jaspers (foto, rechts) terug. “Maar de potentie was er wel.” Toen marktonderzoek dat vermoeden bevestigde, schreven de twee vrouwen een businessplan en namen ze in 2009 de octrooirechten over. In ruil daarvoor krijgt Sijpkens een percentage van elke verkochte Wheelylift. “Drie van de vier banken wilden met ons in zee. We kozen voor de ING, vanwege onze internationale ambities.”

Marktintrede

De onderneemsters lieten het apparaat mooier, lichter en kleiner maken. Drie type Wheelyliften werden ontwikkeld: eentje voor fietsen van maximaal 24 kilogram, eentje voor tweewielers tot 35 kilogram, en een variant voor tandems en bakfietsen. Het eerste volle boekjaar, 2010, verkocht het bedrijf tweeduizend Wheelyliften, die in Europa 149 euro per stuk kosten. Dit jaar zullen ze ongeveer vierduizend Wheelyliften verkopen. De inkoop- en netwerkexperts hebben intussen hun afzetgebied razendsnel vergroot: het bedrijf beschikt inmiddels in negen landen over importeurs, terwijl het product via de webshop zelfs in twintig landen te bestellen is.

Voordeel is dat Jaspers en Okhuizen twee kanten op kunnen met hun product. Aan de ene kant richt Wheelylift zich op de consumentenmarkt, met mensen die met ruimtegebrek kampen in hun schuur, garage of berghok. Het bedrijf werkt daarvoor samen met groothandels, in ruil voor een marge van zo’n tien à vijftien procent. De groothandels zetten de producten weer af bij de vakhandel, waaraan Wheelylift nog eens zo’n dertig à 35 procent marge afstaat. Verder kan de consument het apparaat direct bestellen bij de webshops van onder meer de ANWB, Rose Versand en Futurumshop.

Anderzijds is er potentie op de zakelijke markt, want rijwielhandelaren en beheerders van fietsstallingen en -kelders zitten vaak ook verlegen om extra bergruimte. “Bovendien probeert de overheid fietsgebruik te stimuleren”, weet Jaspers, erop wijzend dat werkgevers de helft van de aanschafwaarde van een fiets cadeau aan hun werknemers kunnen geven. “Dat kan oplopen tot een vergoeding van 750 euro. Werknemers kiezen daarom vaak voor een fiets van 1500 euro, maar zo’n een wil je wel graag binnen stallen.” Om dat probleem op te lossen introduceert Wheelylift in januari een mobiele fietsenstalling. Daarvoor werkte de startup samen met ontwikkelpartner Lo Minck, fabrikant van de automatische ov-fietsenstallingen en tevens exclusief salespartner van Wheelylift op de zakelijke markt.

Hollandse school

De entrepreneurs zetten in 2012 vol in op een merkstrategie waarin Wheelylift symbool staat voor Nederlandse kwaliteit. “We moeten de Fatboy van de fietsopbergsystemen worden. Het product moet een exponent worden van Hollands fietsvakmanschap en Dutch Design uitstralen.” Tot nog toe lieten ze de Wheelylift in Vietnam produceren, maar dat willen ze terugdraaien. “Het product moet echt het stempel ‘Made in Holland’ krijgen. En outsourcing in Azië heeft zo zijn nadelen. Dan gaat het om hele kleine dingetjes, zoals pluggen die te lang zijn, het vergeten van een drukkleur op de doos, enzovoort.”

Jaspers en Okhuizen willen de kwaliteit van het productieproces van dichtbij kunnen controleren en zijn in staat om de kosten slechts een klein beetje te laten stijgen. “Weliswaar zijn de loonkosten hier hoger, maar we verlagen de productiekosten ook weer dankzij het gebruik van robots, het terugbrengen van het aantal onderdelen en het inschakelen van sociale werkplaatsen”, aldus de zakenvrouw. Het distributiecentrum, dat in Borne zit, past nog steeds binnen het plaatje.

Buitenlandambities

Doordat Sprout-Challenger Wheelylift inmiddels al drie innovatieprijzen heeft gewonnen, worden Jaspers en Okhuizen van alle kanten gevraagd voor internationale beurzen en lezingen. Op die uitnodigingen gaan de vrouwen graag in, want ze hadden toch al grote buitenlandambities. Om de kosten van de export een beetje terug te brengen, maken ze gebruik van de subsidie Prepare2Start  Daarnaast lieten ze door Agentschap NL een aantal marktscans uitvoeren, onder meer in Japan. Dat land is nu een belangrijk afzetgebied van hun bedrijf geworden. Drie containers met elk 1300 Wheelylifts moeten volgend jaar via importeurs bij een Japanse eigenaar terechtkomen. Nog twee containers met 2600 stuks zijn voor de Europese markt bedoeld. De ondernemers hebben ook de interesse van afnemers uit Canada, Rusland en de VS, maar die tellen ze nog niet mee in hun beramingen. Het tweetal verwacht volgend jaar break-even te draaien en dik vijfduizend fietsen te verkopen.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In 2013 willen Jaspers en Okhuizen ‘echt goed van Wheelylift kunnen leven’. “Ik verwacht, naast een stijging van de omzet in Japan en Nederland, dat we gaan oogsten in Amerika, Duitsland en Scandinavië.” Vooralsnog wil het duo geen investeerders aantrekken. Jaspers: “Ik heb daar slechte verhalen over gehoord. Bovendien zijn investeerders niet nodig als je winst maakt.” Het plezier dat ze uit haar nieuwe avontuur put, is haar bovendien het meeste waard. Het was een vanzelfsprekendheid dat ze dat avontuur weer met Okhuizen zou aangaan. “We hebben contractueel vastgelegd dat we alleen aan een nieuw bedrijf kunnen beginnen, als we zakenpartners blijven”, aldus de onderneemster, die afgelopen maand haar bedrijf GOCO aan inkoopadviesorganisatie Het NIC heeft verkocht.

Lees ook: