Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Mag e-Court zich rechtbank noemen?

De eerste internetrechtbank van Nederland e-Court ligt onder vuur. De raad voor de rechtspraak vindt dat de nieuwkomer op het gebied van geschilbeslechting zich niet als rechtbank mag presenteren. De geschilbeslechters worden volgens de raad ten onrechte ‘rechter’ genoemd. Onjuist, vindt e-Court.

 

De nieuwe online rechtbank is onlangs opgericht door de onafhankelijke stichting E-Court en verenigt advocaten, notarissen, bedrijfsjuristen, universitair docenten en andere juridische professionals. Men behandelt allerlei soorten civiele conflicten, zoals arbeidsconflicten, conflicten over dienstverlening en producten, incassozaken, maar ook burenruzies.

 

Complexe zaken

Challenger e-Court is het geesteskind van Henriëtte Nakad (40). Die was tot voor kort zelf actief als advocaat en constateerde al in de jaren negentig dat de rechtspraak voor grote groepen consumenten en bedrijven te duur is. “Ik vind dat de officiële rechtspraak zich beter met complexe zaken kan bezighouden. De traditionele rechtspraak voor kleinere zaken duurt te lang.” In andere landen speelt online rechtspraak een grotere rol, zegt Nakad. “We zijn er ook buiten de kantoortijden en je hoeft niet naar een zitting te komen, tenzij er een conflict is over bedragen hoger dan 40.000 euro. In 2020 is dit de gewoonste zaak van de wereld.” e-Court streeft ernaar om op langere termijn 10.000 zaken per maand te behandelen. Dat is nog maar vijf procent van alle civiele zaken in Nederland, zegt Nakad.

 

Kritiek uit ‘oude rechtspraak’

De Raad voor de Rechtspraak reageerde in eerste instantie positief op het initiatief, maar laat nu een kritisch geluid horen. In een persbericht zegt de raad dat het bij e-Court niet om een vorm van rechtspraak gaat, maar om een bindend advies, waarmee beide partijen moeten instemmen. In dit opzicht lijkt e-Court sterk op de al langer bestaande geschillencommissies voor consumentenzaken.


Aan de procedure bij de rechtbank zijn volgens de raad bovendien wettelijke waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid verbonden en een uitspraak van de rechter heeft bijzondere rechtsgevolgen die niet toekomen aan een bindend advies, ook niet als dit is opgenomen in een notariële akte. “Door zich nadrukkelijk als rechtbank te manifesteren, wekt e-Court verwarring; het roept vragen op over de status van de beslissingen van e-Court en over de positie van de geschilbeslechters.”
Internetjurist Arnoud Engelfriet had het aanvankelijk correcter geleken als e-Court de term arbitrage had gebruikt. “Je moet echt je best doen om het woord “arbitrage” te vinden op die site. En het schermen met zaken als notariële akte waar ‘in naam der koningin boven staat’ of ‘rechtsgeldig’ geeft me geen goed gevoel.”

 

‘Overdreven ophef’

Volgens een woordvoerster van de Raad voor de Rechtspraak worden echter geen stappen tegen e-Court overwogen. “Het is ook helemaal niet zo dat we negatief tegenover dit soort initiatieven staan, behalve dat we liever hebben dat het juist wordt aangeduid.”
Nakad vindt de ophef overdreven. “Het is een nieuw beestje en daar moet men duidelijk aan wennen. De Rijdende Rechter is ook geen officiële rechtspraak, toch wordt de suggestie gewekt dat de uitspraken voor de deelnemende partijen definitief en bindend zijn.” Volgens Nakad is er alleen maar positief op het initiatief gereageerd, vooral door het MKB.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.


Daarnaast wil ze nog eens benadrukken dat e-Court niet aan arbitrage doen. Alleen juristen en advocaten kunnen zaken voor e-Court bepleiten, terwijl bij arbitrage een mix van deskundigen en juristen de conflicten onderling oplossen. En e-Court biedt volgens haar wel degelijk goede waarborgen, ook op het gebied van onpartijdigheid. “Je weet van te voren hoe het proces verloopt. En ook dat de rechter die de procedure en de zitting leidt, het vonnis maakt.” Bovendien gaat e-Court verder dan het aanbieden van een bindend advies. Partijen geven namelijk expliciet de opdracht aan e-Court om de uitspraak notarieel vast te leggen in een akte. Een procedure bij e-Court mondt dus dan ook uit in een echt vonnis.  Met termen als geschillenbeslechting is het niet duidelijk dat een deurwaarder desnoods de uitspraak kan afdwingen. Daarmee is e-Court weer anders dan bestaande geschillencommissies, benadrukt Nadak.


Maar een rechtbank? Geschillenbeslechter dekt de lading niet, zegt ze. “Je kunt het vergelijken met een leraar die zich alleen “onderwijzer” mag noemen.”