Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Afval = zakgeld

Bij het nieuwe afvalloket Ryck kunnen burgers gescheiden afval inleveren tegen een vergoeding. Goed voor het milieu, en goed voor de portemonnee. Maar hoe wordt dit verhaal goed voor Ryck?

Nederlanders zijn brave afvalscheiders. De helft van het huishoudelijk afval in ons land wordt gescheiden zonder dat daar ook maar een cent tegenover staat. Maar de andere helft is nog altijd een enorme berg die voor grote milieuproblemen zorgt. Zouden Nederlanders bereid zijn om voor een kleine vergoeding nog meer aan afvalscheiding te gaan doen? En kun je vanuit dat idee een renderend bedrijf opzetten?

Die vraag hield directeur Peter Floor van afvalverwerkingsbedrijf Avalex – actief in zes gemeenten rond Den Haag – bezig.  Hij sprak er eind 2010 over met business consultant Jørgen van Rijn, die er niet alleen enthousiast van raakte, maar onmiddellijk voor zich zag hoe zoiets vorm te geven. Het plan voor de eerste Nederlandse Recycle Bank was geboren.

Aardige zakcent

In september opende Ryck de deuren, met zes filialen in de gemeente Pijnacker –Nootdorp. Burgers die lid worden van Ryck, kunnen hun oud papier, textiel, plastic verpakkingsmateriaal en kleine elektrische apparaten langsbrengen en daar vergoedingen van 0,05 (papier, klein elektrisch) tot 0,25 euro (de rest) per kilo voor sparen op hun ‘Ryckaart’. Oprichter Jørgen van Rijn: “Je wint er de jackpot niet mee, maar een gemiddeld gezin kan er zomaar 75 euro mee terugverdienen op jaarbasis – een aardige zakcent voor de kinderen bijvoorbeeld. En je doet er het milieu een groot plezier mee.”

Een extra loket

Het startkapitaal werd gefourneerd door Van Rijn zelf. Founding partner Avalex heeft haar apparaat beschikbaar gesteld voor de pilot in Pijnacker-Nootdorp en de eerste zes filialen gefinancierd. Over de hoogte van de bedragen wil de oprichter niets kwijt, maar “ik heb bijvoorbeeld het softwaresysteem uit eigen zak laten ontwikkelen, dus ik zit er serieus in.”

Ryck positioneert zich als een extra loket tussen burger en afvalbedrijf. “Het afval wordt bij ons afgehaald door de lokale vuilverwerker. Zij betalen het bedrag dat de burger krijgt weer aan ons, plus een kleine marge per deelnemer. Daarnaast betalen ze jaarlijks een fee, waaruit wij winstgevend moeten zien te worden.” De zes filialen in Pijnacker-Nootdorp zijn daar nog lang niet voldoende voor, beaamt Van Rijn. “Maar als we deze omvang ongeveer weten te verzevenvoudigen – zo’n vijf middelgrote gemeenten erbij – dan draaien we break-even.”

Marktleider blijven

Van Rijn is momenteel met een aantal gemeenten in gesprek die geïnteresseerd zijn in het concept. “Die zijn allemaal erg benieuwd hoe onze pilot verloopt. Als we het hier goed doen, verwacht ik dat er een heel stel van hen gaan volgen. Er is zelfs al interesse geweest vanuit het buitenland.”

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

In Pijnacker-Nootdorp is het concept vooralsnog een succes. “We hebben nu 5500 deelnemers die samen al bijna 750.000 kilo afval hebben gespaard. De gemeente telt zo’n 18.000 huishoudens en gezien het feit dat deelnemers vaak ook familieleden als opa’s en oma’s inschakelen, geloof ik dat we hier al minimaal 30 procent van de bevolking bereikt hebben, in ruim vier maanden.”

In 2015 wil Van Rijn met Ryck zo’n vijftig filialen gerealiseerd hebben, in minimaal tien gemeenten. “We zijn nu nog de enige met dit concept en ik wil zeker marktleider blijven. Maar ik hoop vooral dat we tegen die tijd een begin van een mentaliteitsverandering teweeg hebben gebracht, namelijk dat mensen beseffen dat er waarde schuilt in afval. En dat je die te gelde kunt maken.”