Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Hoe een slimme faillissementswet uit 1934 onze bedrijven kan redden

De huidige coronamaatregelen brengen menig bedrijf langs de rand van de afgrond. Een failissementswet uit de Grote Depressie kan voor een gezonde doorstart zorgen. 

Een uitzondering daargelaten zijn er weinig bedrijven die niet de gevolgen van de coronacrisis merken. Marketingbudgetten worden bevroren, de horeca, evenementen- en cultuursector zitten op slot, de uitzendmarkt staat onder druk en zelfs met de NOW-regeling komt het water bij menig ondernemer tot aan de lippen.

Mise en Place

Mise en Place uit Maastricht is de eerste grote organisatie die de handdoek in de ring gooit. De Europese marktleider in het uitzenden van horecapersoneel zag de omzet van 6 miljoen euro per maand terugvallen tot hooguit een paar ton. De klap is te hard om de ruim 400 medewerkers te blijven betalen. Een faillissement blijkt onvermijdelijk.

Het zal een duivels besluit zijn geweest voor eigenaren Hubert Ummels en Charles van Goch die 27 jaar lang hebben gebouwd aan het uitzend-imperium. ‘Wij leven van grote feesten en partijen, dus wat is dan nog de houdbaarheid van je businessmodel?’, vragen de ondernemers zich af.

Aasgieren

Stoppen of doorgaan, het is een vraagstuk waar menig ondernemer mee worstelt. Een faillissement is immers niet zonder gevaar: er liggen kapers op de kust. Straks gaat een concurrent voor een prikkie met jouw levenswerk aan de haal. Teren op je reserves, zonder perspectief op marktverbetering is een flinke gok.

Daarom is het naast de intelligente lockdown en de smart open-up tijd voor de smart bankruptcy, het slimme faillissement. Bedrijven kunnen op papier bankroet zijn, waarna de assets worden bevroren. De ondernemer krijgt vervolgens een aantal jaar de tijd om het bedrijf tegen een gunstig tarief en minimale rente terug te kopen. Een dergelijke wet voorkomt dat zakelijke aasgieren voor een dubbeltje op de eerste rij zitten én dat een ‘zwarte zwaan’ als de corona-uitbraak niet een streep zet door doorgaans levensvatbare bedrijven.

Roosevelt

Het idee is niet nieuw, in 1934 tekende de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt een soortgelijke wet. De Grote Depressie bracht ook toen vele bedrijven aan het wankelen. In het bijzonder de boeren werden hard geraakt. Volgens Roosevelt kon het land niet floreren als de economische motor – indertijd de agrarische sector – zou omvallen. De Frazier–Lemke Farm Bankruptcy Act was geboren.

De wet, vernoemd naar twee senatoren, verbood derden – in de praktijk veelal banken – om beslag te leggen op de boerderijen in tijden van insolventie. Het failliete bedrijf kreeg 5 jaar de tijd om rentebetalingen te doen, waarna het zichzelf tegen de huidige marktwaarde en maximaal 1 procent rente mocht terugkopen.

Crediteuren

Geldschieters waren niet blij met het voorstel en sleepten de staat voor de rechter. Die bepaalde dat de regels inderdaad te ver gingen. Een aangepaste variant, de ‘Farm Mortgage Moratorium Act’ bepaalde uiteindelijk dat men 3 jaar had om het bedrijf terug te kopen en gaf crediteuren meer zeggenschap. Deze wet werd uiteindelijk vier keer verlengd tot het in 1949 in de archiefkasten werd geplaatst.

Dat een dergelijke bepaling in de huidige realiteit niet een-op-een kan worden overgenomen, is evident. Bedrijven zijn meer dan de boerderijen in de jaren ’30 complexe organismen geworden die internationaal opereren en dikwijls talloze stakeholders hebben. De geest van de wet die Roosevelt ondertekende, biedt daarentegen wel richting om gezonde bedrijven in zwaar weer een zwemvest te bieden. En de huidige geldschieters, die zijn ook niet gebaat bij een onnodige sluiting.

Struikrover

Laat het harde werk van de mensen achter Mise en Place en de talloze ondernemers die door de situatie buiten hun macht om dromen als sneeuw voor de zon zien verdwijnen, niet op de klippen lopen. Gun ze de kans om de bedrijven terug te kopen, voordat het bloed, zweet en tranen voor een appel en een ei per opbod verkocht wordt op een veiling achteraf.

Leer van het verleden, dan houden we de struikrovers buiten de deur.