Geen producten in de winkelwagen.
Vriendschap, topsport en ondernemerschap. Dat is wat Erik Wiese en Erjon Tuenter (beiden 31 jaar oud) verbindt als oprichters van social content-bureau Blauw Gras. “We willen in de Champions League spelen en die ook winnen”, zegt Wiese (foto rechts).
Blauw Gras (opgericht in 2011) droeg onder meer bij aan bekroonde campagnes voor Bavaria (#carnavalvrij) en Sire (#doeslief) en maakt ook voor bedrijven als McDonald’s en Hornbach campagnes die zich vooral op social media afspelen. Het bedrijf verdubbelde dit jaar van twintig naar veertig medewerkers, het zogeheten bruto bureau-inkomen (omzet minus de inkoop bij andere partijen zoals Google) groeit dit jaar met 75 procent (het precieze bedrag wordt niet gedeeld).
Wiese en Tuenter leerden elkaar kennen op de universiteit, nadat ze beiden een paar jaar in de jeugd op hoog niveau hadden gevoetbald (Wiese bij Go Ahead Eagles en PEC Zwolle, Tuenter bij De Graafschap). Hun voetbalcarrière mocht dan afgelopen zijn, hun topsportmentaliteit was nog springlevend, en bleek een uitstekende basis te zijn voor een nieuw bedrijf.
Mentaliteit
Die mentaliteit komt wat Wiese betreft neer op alles uit jezelf halen en dingen nooit goed genoeg vinden. “Je moet mentaal in vorm blijven, scherp zijn, jezelf elke dag opnieuw uitvinden en je tekortkomingen compenseren.” Met een knipoog: “Ik word af en toe ook moe van mezelf.”
Adviseurs en sprekers – al dan niet ex-sporters – overstelpen ondernemers met clichématige sporttermen. Maar uit het verhaal van Blauw Gras blijkt dat de combinatie van sport en bedrijf in de praktijk goed kan werken – mits je als ondernemer zelf een sportachtergrond hebt.
Duidelijkheid
Wiese: “Iedereen kan zich voorstellen hoe het is om topsporter te zijn, maar weinigen hebben het daadwerkelijk beleefd. We zoeken klanten en medewerkers die passen bij de cultuur van ons bedrijf. Door heel cultuurgedreven te werken, zorg je voor veel duidelijkheid bij iedereen. Pas je als medewerkers qua mentaliteit niet, dan word je zogezegd niet opgesteld.”
De ondernemers gebruiken de sportwereld als blauwdruk voor hun bedrijf, en hebben nog veel meer sportmetaforen waar je hun onderneming aan zou kunnen ophangen:
1. De club
Wiese: “We noemden ons bedrijf in het begin gekscherend ‘Project Barça’ (naar voetbalclub Barcelona, red.). ‘Barça’ heeft niet alleen de beste spelers, maar ook de beste faciliteiten, trainers en directie.”
“In het stadion van Barcelona merk je veel vreugde. Bij Blauw Gras vertaalt zich dat bijvoorbeeld naar hoe we de onboarding hebben ingericht. Daarin staat dat zodra een klant vraagt om feedback, dat je eigenlijk al te laat bent. De parallel met voetbal is dat het publiek – oftewel de klant – nooit mag gaan fluiten.”
Nog een overeenkomst met voetbal is dat een voetbalclub altijd een bepaalde cultuur of filosofie heeft. Bij Blauw Gras wordt die cultuur volgens Wiese bepaald door termen als ‘toewijding”, ‘vooruitstrevend’ en ‘fun’. Op het spreekwoordelijke veld staat “een goede mix van ervaring en fris talent” (er werken iets meer vrouwen dan mannen bij Blauw Gras).
2. De kleedkamer
Bij het woord ‘kleedkamer’ denk je misschien aan grofgebekte humor, maar in de juiste context is ‘kleedkamerdynamiek’ iets wat je als uitgangspunt kunt nemen voor een succesvol bedrijf, stelt Wiese.
“De kleedkamer was vroeger een veilige omgeving waar je elkaar alles durfde te vertellen en vragen. Net als op het veld is daar soms een natuurlijke hiërarchie, maar verder is iedereen er gelijk. In het voetbal heb je qua cultuur en afkomst allerlei soorten mensen, maar er is veel respect voor elkaar. In de kleedkamer is het geen thema hoe je eruit ziet, of dat je rijk of arm bent. Je bent allemaal één.”
3. Spelverdelers
Net als bij een voetbalteam moet er in een bedrijf ‘balans’ zijn in het team. Wiese: “Dat begon al met de balans tussen mij en Erjon. Wij zijn extreem complementair. Alles wat ik leuk vind en kan, daarin is hij precies het tegenovergestelde.”
“Platgeslagen ben ik verantwoordelijk voor de buitenkant van het bedrijf. Ik positioneer het bureau, zorg voor de zichtbaarheid en ben meer commercieel gedreven. Erjon zorgt voor de binnenkant, oftewel de structuur, teamindeling, finance en rendement. Ik ben de ‘nummer 10’ die het spel verdeelt, Erjon de controleur op het middenveld.”
“Toen we begonnen stonden we zelf in het veld. Nu zijn we met een mannetje of veertig en stellen we onszelf niet meer op, maar moeten we vooral zorgen dat er balans in het team is.”
4. Spitsen en controleurs
De creatievelingen van Blauw Gras, de mensen die campagnes bedenken en maken, zou je kunnen zien als de spitsen van het bedrijf. Zij hebben verdedigende krachten – ‘stofzuigers’ – nodig “die achterin de deur dichthouden”. Deze ‘controleurs’ zorgen voor orde, rust en zijn de stille krachten in het team.
Wiese: “Dat zijn de mensen die zorgen dat de creatieven alle ruimte krijgen en hun energie kunnen steken in het leveren van kwaliteit en creativiteit, oftewel het scoren van doelpunten, en zich niet te veel bezig hoeven houden met het managen van projecten en processen.”
5. Directie en coaches
“De directe zet de grote lijn uit en bewaakt die, net als binnen een betaald voetbalorganisatie. De directie werkt strategischer: hoe win je als club kampioenschappen en blijf je de concurrentie voor? Het management zorgt ervoor dat deze strategie perfect wordt uitgevoerd. Net als een voetbalcoach bepalen managers de tactiek, hoe het team de wedstrijd gaat winnen.”
Uitdaging
Of Wiese het jammer vindt dat hij geen professionele voetballer is geworden? “Mijn droom was om profvoetballer worden: dus in dat opzicht ben ik natuurlijk teleurgesteld. Maar als ik zie hoe profvoetballers hun dagen doorbrengen, met twee keer per dag trainen en tussendoor gamen, dat is intellectueel niet de grootste uitdaging. Ik heb nu ook een topsportleven.”
Blauw Gras zit middenin een groeispurt, en verhuist volgend naar een nieuw onderkomen van 1350 vierkante meter. “De volgende stap is om ons specialisme van social content in een breder perspectief te zetten en als basisbeginsel te gebruiken. Om op een sociale manier te kijken naar creativiteit, en data en techniek in te zetten om de groei door te zetten. De Europese markt lonkt, maar Nederland is nog veel te winnen. We zijn hier nog lang niet uitgeraasd.”
