Geen producten in de winkelwagen.
Het is ook een virtueel bedrijf, een geenmanszaak die alleen bij naam bestaat. Alle werknemers worden ingehuurd, van administrateurs en fiscalisten tot leveranciers, en van accountmanagers tot de algemeen directeur zelf. Deze bedrijfsvorm bestond nog niet, Spijkervet (51, foto links) ging het dus anders doen. Hij wilde een bedrijf beginnen ‘from scratch’ en dat leiden volgens zijn eigen voorwaarden. “Ken je die uitdrukking? Als je doet wat je deed, dan krijg je wat je kreeg. Dan verandert er dus nooit iets.”
Overnames
Zijn carrière begon bij Redband Venco en hij werkte daarna bij Campina, in zijn laatste functie als lid van de Groepsdirectie Nederland. Omdat het zijn overtuiging is ‘dat je als je in een vorig leven voetballer bent geweest, je vooral moet blijven voetballen’, blijft hij in de zoetwaren en de zuivel. Zijn missie is om iedere dag te genieten. Om de vraag of dat betekent dat hij met zijn werknemers de hele dag aan het snoepen is – Holland Foodz is per slot van rekening een zoetwarenbedrijf – moet hij lachen. Daarna geeft hij toe dat er wel geproefd wordt. Het snoepgoed moet immers aan een aantal kwaliteitsstandaarden en smaakeisen voldoen.
Holland Foodz, dat 35 ingehuurde krachten heeft, kocht al een aantal bedrijven op. Dat zijn vaak bedrijven die het economisch moeilijk hebben, of het is een familiebedrijf waar geen opvolger te vinden is. Het gaat dan om nostalgische snoepproducenten, zoals De Oosterhoutse Kaneelstok, een Haarlemse nougatfabriek en fabrikanten van ander kermissnoep zoals wijnballen en zuurstokken. De afgelopen jaren bracht Spijkervet daarnaast onder andere DéTé Suikerwerken uit Tegelen en Willem Stuvé nougat van Rens Joosen Suikerwerken onder in de holding, waarmee hij zich profileerde als beschermheer van het Oud-Hollandse snoepgoed.
Snoepinnovatie
Naast de nostalgische tak kent Holland Foodz een innovatieafdeling waar jaarlijks vijf of zes nieuwe lollies worden ontwikkeld in allerlei soorten en maten. Inmiddels is hij de grootste leverancier van lollies aan alle Europese pretparken. Niet alleen beschermheer dus, maar ook de Willy Wonka van de Lage Landen, grapten verschillende media.
Alles op je eigen manier doen betekent ook geen inmenging van aandeelhouders. Spijkervet leende niet van banken of tertiaire financiers om zijn holding op te zetten. “Alle aandelen zitten bij mij. Anders krijg je van die overlegstructuren. Je ziet vaak dat er na verloop van tijd, als het bedrijf succesvol wordt, onenigheid ontstaat in de aandeelhoudersvergadering.” Het startkapitaal kwam dan ook volledig uit Spijkervets eigen zak. In mei 2006 kocht hij voor 100.000 euro drop en in september van dat jaar kon hij voor het eerst een factuur versturen. “In plaats van een deposito op de bank of in aandelen stop ik mijn geld in een eigen bedrijf. Ja, zoiets kun je natuurlijk ook niet doen als je twintig bent.”
.jpg)
Dit artikel komt uit Sprout Magazine.
Gelukkig groeit zijn bedrijf al vanaf het begin volgens verwachting: vijftig procent per jaar. Nieuwe investeringen komen uit de cashflow en dat gaat prima, zegt Spijkervet. “Je kunt niet te hard groeien want dan groei je kapot, dan heb je te weinig cashflow over om de groei te financieren, en als je niet hard genoeg groeit ga je ook kapot omdat er te weinig geld door je bedrijf gaat. Die stabiele, maar gestage groei is essentieel als je het allemaal op eigen kracht wilt doen.”
Hij heeft zijn eigen droom gerealiseerd, zegt hij. Verkopen zal hij Holland Foodz, dat 20 miljoen euro jaaromzet genereert, nooit: “Ik heb die behoefte niet, ik ben niet van het snelle geld. Zolang ik de tijd van leven heb ga ik hiermee door.” In de verre toekomst van zijn eigen bedrijf ziet hij alleen maar meer kansen. Om zich heen ziet hij bij bedrijven dat het mis kan gaan en Spijkervet ziet daar een rol voor Holland Foodz. “Ik wil een warm huis bieden voor bedrijven die hun unieke snoepproductie niet willen staken, maar ook niet naar een groot bedrijf willen waar hun eigen merk van het product gehaald wordt. Je eigen identiteit en uniciteit behouden voor de consument en handel is essentieel.”
