Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Incubator wil ondernemer in provincie houden

Apeldoorn heeft al jaren het imago van een mbo-stad. Jongeren trekken weg en daardoor ontstaan er in de plaats minder innovatieve startups dan gewenst. Een nieuwe incubator moet dat tegengaan.

Dit is deel acht uit een rondgang langs incubators in Nederland. In dit vier pagina’s tellende artikel bevinden zich portretten van bedrijven binnen de incubator. Lees ook onze reportages over Lev Kaupas (Amsterdam), Dutch Game Garden (Utrecht), eFuture (Hilversum), UtrechtInc (Utrecht), Innovation Industries (Almere), BioPartner Center Maastricht en Yes!Delft (Delft).

Het CvJO is een organisatie die zich momenteel als een kleine inktvlek over Gelderland uitbreidt. Het idee voor de incubator is begin 2009 ontstaan in de Achterhoek, dat net als Apeldoorn en andere regio’s met een wegtrekkende jeugd kampt. Ondernemer Rolf Winter trok zich dat aan en richtte in Doetinchem samen met Tom Salemink een eerste centrum op, waar jonge ondernemers kennis, ervaringen en netwerken met elkaar delen. Gefaciliteerd met een betaalbare kantoorplek stimuleren en inspireren ondernemers elkaar hun bedrijf succesvol te starten, workshops en trainingen te volgen en bijeenkomsten te organiseren.

Winter, woonachtig in Enschede, wilde al snel uitbreiden en zocht op LinkedIn naar een goede partner. Melis Jan van Heerikhuize (hoofdafbeelding) was direct geïnteresseerd. De bedrijfseconoom, die zelf nu bijna tien jaar een bedrijf runt dat stageplaatsen en traineeships regelt voor bedrijven, heeft als hooggeschoolde jonge Apeldoornse vader ook de wens dat zijn stad meer ondernemerschap binnenhaalt. Winter gaf Van Heerikhuize begin 2010 het initiatief in handen om de gedroomde Apeldoornse vestiging op te tuigen. In Nijmegen is Koen Sieben momenteel bezig met de realisatie van een derde CvJO.

Lobby

Sinds begin 2011 heeft Van Heerikhuize CvJO Apeldoorn ook tot leven weten te brengen, op een half verlaten bedrijvenpark waar ooit 2500 medewerkers van Philips Computers een baan hadden. Lobbyen heeft ervoor gezorgd dat de incubator een nauwe samenwerking heeft met onder andere Provincie Gelderland, VNO-NCW Stedendriehoek, Saxion Hogescholen, Hogeschool Wittenborg, Hogeschool Windesheim, de HAN en Innovatienetwerk Stedendriehoek.

Van Heerikhuize: ” Toen we gingen praten, bleek er al snel een draagvlak te zijn voor een CvJO in Apeldoorn. Dat komt onder meer omdat Apeldoorn een duidelijk visie heeft ten aanzien van het behouden en aantrekken van studenten. Eerst was de gedachte nog dat deze voor de stad behouden moesten blijven, maar sinds een aantal jaar is die denkwijze aan het kantelen. Het is onzinnig om het hoger onderwijs van Arnhem, Deventer en Zwolle te beconcurreren. Laat ze vooral ergens anders studeren als ze dat willen, maar laat ze ervaren wat je als stad te bieden hebt en probeer ze daarna weer als inwoner voor je stad te winnen.”

Zelfonderhoudend

Al die overheidspartners wekken de indruk dat CvJO Apeldoorn gebaseerd is op subsidie. Dat spreekt Van Heerikhuize echter tegen. “We hebben voor de realisatie van het CvJO in Apeldoorn voor maximaal de helft van de kosten een eenmalige subsidie ontvangen vanuit de overheid, de andere helft komt vanuit ondersteuning door het regionale bedrijfsleven.”

De bedoeling is dat de exploitatie van CvJO Apeldoorn volledig draait op de vergoedingen van deelnemende ondernemers en de inkomsten vanuit het projectbureau. Voor het projectbureau zijn de relaties met hogescholen ook belangrijk: een pool van HBO-stagiairs met studies als ‘nieuwe media’ en bedrijfskunde verwerken namens het projectbureau van CvJO Apeldoorn opdrachten vanuit het regionale bedrijfsleven. Bij deze bron van inkomsten is ook het contact met organisaties als het VNO-NCW belangrijk, om zo snel mogelijk een relevant netwerk van opdrachtgevers op te bouwen.

Van Heerikhuize zegt dat CvJO Apeldoorn binnen twee jaar wil doorgroeien naar een incubator met 25 ondernemingen. Momenteel zijn er elf gevestigd, waarvan zeven ondernemers oorspronkelijk uit Apeldoorn komen. Na vijf jaar is het de bedoeling dat ze uitvliegen naar eigen vestigingen. Van Heerikhuize heeft geprobeerd een mix aan te brengen, met onder meer werkruimte voor een internetbedrijf, een financieel dienstverlener, een identity-designer, een aanbieder van inbraakwerende deuren, een marketingbureau, een trainer/coach, een kunstenaar en een T-shirtontwerper.

Ze betalen voor hun verblijf 175 euro per maand, exclusief BTW. De ondernemers leren van elkaar en halen volgens Van Heerikhuize ook via elkaar nieuwe opdrachten binnen. “Maar als je echt wil ervaren wat de meerwaarde is van deze plek, nodig ik iedereen uit het CvJO Apeldoorn een maand te proberen.”

 

Hoegen Economic Support

Zoals veel alumni ging ook bedrijfseconoom Jeffrey Hoegen in loondienst aan de slag bij zijn afstudeerstageplaats. Maar Hoegen heeft te veel een eigen wil en visie om onder een baas te kunnen werken. Hij stopte na drie jaar en kwam in contact met het CVJO. Het was direct een match.

Hoe ontstaan?
Hoegen is er gaandeweg achter gekomen dat ondernemen erg goed bij hem past. Toen hij medio 2010 zijn contract bij een administratiekantoor inleverde, durfde hij eerst nog niet de stap naar het ondernemerschap aan en solliciteerde hij lustig naar een functie als assistent accountant. “De markt was er echter nog niet naar om makkelijk aan zo’n baan te komen.”

Naar verloop van tijd groeide het besef dat hij het gewoon moest proberen. “Het zit ook wel in mijn bloed. Vanuit mijn familie wordt veel ondernomen. We zitten in de kachels, poetsmiddelen, kappersbranche en mijn vader is grootaandeelhouder bij een bedrijf. Het begon te jeuken.”

Het contact met Melis Jan van Heerikhuize, die net bezig was met het opzetten van CVJO Apeldoorn, was doorslaggevend. Van Heerikhuize zocht nog een ‘huisaccountant’, iemand die de financiële administratie en consultatie van gevestigde startups kan uitvoeren en als penningmeester van het CVJO zelf kon fungeren. Hoegen, die inmiddels al voorzichtig was gestart met zijn onderneming Hoegen Economic Support, pakte de kans met beide handen aan: hij runt sinds eind 2010 binnen de incubator zijn eigen bedrijf als accountant en financieel adviseur.

Prestaties en ambities:

Apeldoorn zit vol van de middenstanders en zelfstandige ondernemers. Voor een beginnend bedrijf als Hoegen Economic Support is dat koren op de molen, aangezien grootbedrijven niet snel bij hem zullen aankloppen. Hij begeleidt kleine en middelgrote bedrijven van A tot Z bij hun boekhouding en fiscale zaken. Over zijn prestaties valt nog niet veel te zeggen, behalve dat hij met de bedrijven binnen het CVJO al een kleine vaste klantenkring heeft opgebouwd.

Volgens Hoegen is digitale financiële administratie inmiddels een bekend verschijnsel in de Randstad, maar niet in de provincie. Daar wil hij zich dan ook mee onderscheiden van de concurrentie met ‘scan en herken’ software. “In het oosten heb je maar een handjevol van dat soort accountants. In het westen volgens mij veel meer.”

Hoegen hoopt aan het einde van dit jaar op een vaste klantenkring van 35 starters en 10 à 15 grotere MKB-bedrijven, die uiteraard iets meer betalen voor zijn diensten. Over vijf jaar wil hij een begrip zijn in Apeldoorn en een tweede vestiging in Nederland hebben. Van koude acquisitie is hij teruggekomen: “Ik haalde slechts één lead uit 200 adressen die ik via de KvK heb ontvangen. Het werkte gewoon voor geen meter. Mijn netwerk moet mijn ambassadeur zijn. Vertrouwelijkheid is belangrijk binnen mijn branche en mijn netwerk zegt dat voort als ik mijn werk goed doe.

 

Bevlogen Verf

Kunstenaars zijn ondernemers die het met het huidige strenge subsidiebeleid van de overheid het al moeilijk genoeg hebben. Maar Willem-Paul Koenen weet met zijn aparte bedrijfsvoering wel zelfstandig rond te komen. Hij maakt graffiti-reclame voor bedrijven en verzorgt ook graffiti-workshops.

Hoe ontstaan?
Koenen heeft in zijn jeugd nog nooit met een vinger een spuitbus aangeraakt. Daarom uit zijn mond geen geromantiseerde verhalen over het ‘s nachts bespuiten van treinstations en achtervolgd worden door zaklamplicht van politie. Nee, Koenen herschreef gewoon zijn eigen jeugdgeschiedenis. Een aantal jaren geleden wist hij met een mooi salespraatje de eigenaar van de bekende Apeldoornse patatboer Swoopy de indruk te geven dat hij een echt graffiti-talent is. De ondernemer slikte zijn verhaal als zoete koek en vervolgens kon Koenen zich gaan opmaken voor het spuiten van zijn allereerste graffiti-uiting. Alleen bleef het niet bij bluf: Koenen bleek talent voor het vakmanschap te hebben en de patatzaakeigenaar bleef tevreden achter. Het betekende de start van Bevlogen Verf.

Onderscheidend?
Graffiti is van nature een kunstvorm die door nogal anarchistische mensen wordt gemaakt. Ze maken een afbeelding die ze even daarvoor net bedacht hebben en kiezen zelf hun geschikte plek uit, of die nu illegaal is of niet. Er zijn maar een paar handen vol aan artiesten in Nederland die het werk serieuzer oppakken en ‘op maat gemaakte’ graffiti creëren. Koenen is één van die makers van customized graffiti. “Ik luister heel goed naar de klant.”

Prestaties en ambities?

“Sinds ik een site heb, is het echt gaan rollen. Ik word nu landelijk benaderd door opdrachtgevers.” Zo heeft Koenen onder meer een order binnen gehaald van de Apeldoornse stadsschouwburg Orpheus, waar hij zich mocht uitleven op de nieuwe fietsenstalling. Ook bevindt het nieuwe Omnisportcentrum Apeldoorn, dat wordt ingezet bij eventuele Olympische Spelen, binnen zijn portfolio. En zelfs een vestigingsmanager van Ernst & Young denkt nu na over het laten bespuiten van zijn parkeergarage.

Koenen wil echter vooral veel uit de workshops halen in de toekomst. Vaak zijn deze onderdeel van een bedrijfsuitje. “Ik vind het prachtig om met mensen samen te werken en dat is wat ik met de workshops doe. Ik maak met de deelnemers een graffiti-uiting, met het doel om hen meer een teamspeler te laten worden.”

Koenen flirt intussen ook steeds meer met het internet en het digitaliseren van zijn kunst. Hij heeft een grote achterban op Facebook en werkt sindskort samen met een grafisch ontwerper. Daaruit is onder meer de creatie van een banner in graffitistijl op NU.nl voortgekomen.

 

Socialmedium

Pas afgestudeerd UvA Communicatiewetenschap-student Jossi Levie werkt één dag in de week vanuit het CVJO voor het in Nijmegen gevestigde Socialmedium. De startup zorgt ervoor dat organisaties zo effectief mogelijk geïnteresseerde bezoekers op het internet ontvangen.

Socialmedium bouwt WordPress-websites, verzorgt de SEO en ontwerpt en ontwikkelt Facebook-pagina’s voor bedrijven. Ook verzorgt het workshops en trainingen.

Marktpotentie?

Simone Levie, de zus van Jossi en mede-oprichter van Socialmedium, heeft veel aandacht voor haar bedrijf weten te genereren door een uitgekiende Twitter-strategie. Het bedrijf haakt volgens Jossi Levie onder meer in op vragen over internetissues die via de hashtag ‘dtv’, oftewel ‘durf te vragen’, worden gesteld. Door de vragenstellers via Twitter te helpen, vergroot de startup zijn naamsbekendheid en toont het direct verstand te hebben van zijn vakgebied. Levie: “Daardoor hoefde ze geen koude acquisitie te doen.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Ander belangrijk onderdeel is de ‘low cost, high quality’-bedrijfsvoering van het bedrijf. “Mijn zus kreeg een tip dat er via een internetportaal Filippijnse programmeurs zich aanbieden om opdrachten van westerse webbedrijven aan te nemen. Dat is heel goed uitgepakt. Voor Nederlandse begrippen zijn ze heel goedkoop en de meesten leveren ook kwaliteit. Het mooie is dat ze op de universiteit gericht onderwijs krijgen in het programmeren van sites met open-source content management-systemen als WordPress. We hebben inmiddels een groep van vijf jongens, waaronder één die in 2009 in het land ‘programmer of the year’ is geworden, die voor ons programmeren en ontwerpen. Ik heb dagelijks contact met ze via de messengerservice en Facebook. Binnenkort gaat mijn zus met haar compagnon (tevens haar vriend, red.) ook naar de Filippijnen om ze zelf te ontmoeten.”

Prestaties en ambities:

Levie: “Het gaat sinds eind vorig jaar echt hard met ons, mede dankzij het feit dat we ons bedrijf toen echt via Twitter gingen profileren. In juni werkten we aan twintig projecten, waarvan er tien langdurig doorlopen. De oplevering van sommige websites kost tweeduizend euro, maar we bieden ook een volledig pakket van de oplevering van een site, een Facebook-pagina tot het organiseren van extra workshops. Dat is wel eens opgelopen tot 34.000 euro. Het bedrag is onder meer afhankelijk van het werk dat in de codering gaat zitten en de extra diensten die we leveren.

“We hopen binnen nu en twee jaar naar 15 medewerkers te groeien en ons netwerk sterk uit te breiden in Apeldoorn. Momenteel staan we vooral sterk in Nijmegen. Al krijgen we wel opdrachten uit het hele land binnen.”