Geen producten in de winkelwagen.
Dutchtub kent twee aandeelhouders: de designer (Melkwit B.V.) en de onderneming Akselen – zij zijn beiden voor 50 procent aandeelhouder in het bedrijf. De verkooplicentie en exploitatierechten liggen bij Backyard B.V. (waar beiden ook zitting in hebben).
Afgelopen jaar worden de twee aandeelhouders het hevig oneens over de bedrijfsvoering van Backyard B.V. Ze starten een procedure tot wederzijdse aandelenuitkoop, maar komen niet tot overeenstemming.
Om de verhoudingen nog verder op scherp te zetten zegt Melkwit B.V. de licentieovereenkomst met Backyard B.V. eenzijdig op. Akselen neemt wraak en laat Melkwit uitschrijven als bestuurder van Backyard B.V. en vraagt het Benelux Bureau voor de Intellectuele Eigendom het merk Dutchtub op naam van Akselen te zetten. Melkwit vecht de inbreuk op het Intellectuele Eigendom met succes aan bij de rechter. Het merkrecht blijft bij Backyard, waar ook Akselen zitting in heeft. De partijen zijn weer terug bij af, hebben veel tijd, geld en energie verspild en de onderlinge verhoudingen tot het vriespunt laten dalen. Hoe voorkomt u zo’n (kinderachtige) ruzie? De zes tips van Bert-Jan van den Akker, advocaat bij Dijkstra Voermans Advocatuur & Notariaat.
1) Behoud je meerderheidsbelang: Wat je ook bedenkt/ontwikkelt/exploiteert, zorg altijd voor een meerderheidsbelang van 51 procent. Eén van de aandeelhouders moet beslissingen kunnen forceren. Lukt het niet de meerderheid te behouden (bijvoorbeeld door meerdere investeringsronde’s), zorg dan voor goede afspraken. Zie punt 2 tot en met zes.
2) Leg de procedure van aandelenuitkoop en waardebepaling van te voren vast in de aandeelhoudersovereenkomst: Spreek af dat aandeelhouders bij verkoop eerst hun aandelen aan de andere aandeelhouders moeten aanbieden – bij voorkeur tegen een vooraf bepaalde prijs (of waardeverhouding). Laat deze door een onafhankelijke derde partij bepalen.
3) Zorg ervoor dat je als rechthebbende op een model, octrooi en/of merk, dit niet ‘onbedacht’ overdraagt aan een derde: Het klinkt als vanzelfsprekend, maar in de praktijk komt het nog al eens voor dat er in het contract sprake is van ‘verkapte overdracht’ – na een eerste verzoek van de tegenpartij ben je verplicht de licentie te verkopen of over te dragen.
4) Zorg voor solide licentievoorwaarden: Is de licentie exclusief of niet-exclusief? Probeer de exclusieve licentie te vermijden. Het werkt beperkend als je ambities groter zijn dan die van de licentiehouder. Denk aan sterk uitbreiden, franchisen of internationale ambities. Zorg ook voor een duidelijke beloningstructuur. Krijg je als licentieverlener een percentage van de verkopen (royalty’s) of spreek een eenmalige of periodieke vaste fee af – denk aan een dienstverlener die na aankoop van een merk daarmee mag doen wat hij wil. Doorgaans is een vast percentage van de omzet het meest gunstig. Spreek ook een duidelijke looptijd af. Zorg altijd voor een proeftijd.
5) Spreek af wanneer de licentie wel en niet mag worden opgezegd: In het geval van Dutchtub had de licentienemer er verstandig aan gedaan als in het contract was vastgelegd dat de licentiegever niet zomaar de licentie kan beëindigen. Bij licentieovereenkomsten moet er sprake zijn van wederzijdse continuïteit. De ene partij moet niet het failliet van de ander kunnen forceren. Zorg bijvoorbeeld voor een opzegtermijn van een minimaal een jaar. En laat licenties automatisch vervallen bij faillissement van de licentienemer. Hiermee voorkom je dat schuldeisers met je eigendomsrecht aan de haal gaan. Maak ook, indien nodig, afspraken over een geheimhoudingsplicht.
6) Bespreek van te voren het ‘worst case scenario’: Bij het starten van een gezamenlijk ondernemersavontuur zien beide partijen ‘gouden bergen’. Durf van te voren over mogelijke problemen na te denken en bespreek een vaste route om deze op te lossen. Doe dit altijd in samenspraak met (eventueel een advocaat) en in ieder geval een notaris.
