Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom we jaren van ons leven besteden aan zinloos werk

WhatsApp, Facebook, e-mail. Ze eisen continu onze aandacht op. En dat terwijl je als ondernemer je tijd hard nodig hebt om groei te realiseren. Dat het stukken efficiënter kan, laat de New Yorkse schrijver Jocelyn K. Glei zien.

Als zelfs op een technologiefestival als TNW Conference een duidelijk geluid tegen aandacht vretende apps hoorbaar is, weet je dat er iets aan de hand is. Onderzoekers James Williams en Amber Case bekritiseren beiden op hun eigen wijze techbedrijven, omdat hun apps onze aandacht dikwijls doelbewust zouden opslurpen. Social media zouden een gokmachine zijn; soms word je beloond met een leuke video of een interessant artikel, maar vaak resulteert de digitale gokmachine in ellenlange scrollsessies. De klok blijft ondertussen wel doortikken.

De meeste Snapchat-gebruikers zitten per dag zo’n dertig minuten op het platform

Dit is tijd die je als ondernemer goed in andere zaken zou kunnen steken. Je wil immers groeien en je bedrijfsvoering perfectioneren. Dat collega-ondernemers uit Silicon Valley hun verdienmodel echter hebben gebaseerd op onze waardevolle aandacht, werd afgelopen vrijdag nog eens onderstreept door Snapchat-strateeg Imran Khan. Op TNW Conference gaf hij toe dat zijn bedrijf ernaar streeft gebruikers zo lang mogelijk op het platform te houden. Volgens Khan zitten zijn gebruikers per dag wel dertig minuten op Snapchat.

Verslavend Facebook-logo

Een deze maand verschenen studie geleid door VU-onderzoeker Guido van Koningsbruggen laat zelfs zien dat actieve Facebook-gebruikers – en wie is dat niet? – bij alleen al het zien van het Facebook-logo een spontaan geluksgevoel ervaren. Voor hun onderzoek lieten zij een groep van tweehonderd mensen kijken naar een serie afbeeldingen, waaronder het befaamde, blauwe ‘f’-logo.

Doordat we dit geluksgevoel ervaren, wordt het moeilijker om het openen van de app te weerstaan. Een zinloze scrolltocht langs de vele kattenfoto’s en clickbait-artikelen is doorgaans wat volgt. Dit kost tijd en uiteindelijk beïnvloedt deze nutteloosheid ons welzijn op een negatieve manier, zo stellen de onderzoekers.

Schijnproductiviteit

Glei, schrijver van onder meer het boek Unsubscribe, doet hier nog een schepje bovenop. Op de vrijdag van TNW Conference vertelt ze haar publiek dat we moeten ophouden onze tijd te verdoen met schijnproductiviteit. “Als we iets hebben kunnen leren van de opmars van fake news, is het dat men er alles aan doet om onze aandacht te krijgen”, stelt Glei. Wat echter nog meer van onze tijd kost is schijnproductiviteit, zo vertelt Glei. Oftewel: je denkt dat je productief bezig bent, maar je bent het niet.”

Schijnproductiviteit leidt uiteindelijk tot een licht deprimerende rits aan cijfers. Glei somt op uit haar boek dat we maar liefst 3,3 jaren van ons leven zouden besteden aan, jawel, onze e-mail. Gemiddeld genomen zouden we dagelijks wel tweeënhalf uur op onze mail zitten en tweehonderd berichten ontvangen. Managers zouden bovendien 50 procent van hun werktijd besteden aan mails die niets met hun werk van doen hebben.

De mythe van multitasking

Purna Virji van Microsoft stelde eerder dat de huidige generatie jongeren gemakkelijk “met vijf schermen in één keer” kan werken. Critici als Glei zullen zoiets bestempelen als ‘onzin’. Volgens Glei kost multitasking ons gemiddeld genomen 4,8 jaar van ons leven. Telkens als we van de ene taak naar de andere taak omschakelen, zou het ons 25 minuten kosten om weer met de volle aandacht de oorspronkelijke taak te hervatten. Stel dus dat je werkt aan een powerpoint-presentatie en je beantwoordt tussendoor een mail, dan heeft dit een negatief effect op je productiviteit, zo stelt Glei.

Glei ziet er met haar ietwat sloom vallende kapsel wellicht niet uit als de meest futuristisch ogende spreker, maar ze is absoluut niet tegen de moderne, digitale wereld. Zolang we apps maar op de juiste wijze inzetten, stelt ze: “Techniek is een geweldige dienaar, maar een slappe meester.”

Ook meetings komen er slecht vanaf bij Glei. Ze berekende dat we gemiddeld genomen 4,2 jaren van ons leven spenderen aan meetings, terwijl senior executives meer dan 50 procent van zulke meetings uiteindelijk bestempelen als inefficiënt.

Digitale waarden

Al dit soort werkzaamheden leiden volgens Glei tot schijnproductiviteit. “Men stelt wel eens dat het goed is om het druk te hebben en dat sneller altijd beter is. Dit is echter niet hoe het werkt, want deze drukte en snelheid stimuleren je creativiteit helemaal niet. Het zijn digitale waarden, die we als mens niet zouden moeten implementeren.” Ze stelt dat we als mensen bijzonder goed zijn geworden in het tijd vrijmaken voor haastwerk. Voor ons belangrijkste werk hebben we echter steeds minder tijd over.

De techniek gaat volgens Glei zo snel, dat we er als mensen een dagtaak aan hebben de ontwikkelingen bij te benen. Hier zouden we mee op moeten houden, vindt de schrijver: “Ware productiviteit houdt in dat je je tijd investeert, terwijl schijnproductiviteit betekent dat je de tijd doodt. Bijvoorbeeld via social media. Waarom zitten we er dan toch continu op? Niet omdat we slap zijn, maar omdat de producenten ervan simpelweg erg goed zijn geworden in het inschatten van onze hersenen.”

Ondernemers in de startupfase zijn soms wel 80 uur per week bezig met hun bedrijf. Een interessant vraag in dit kader is dus: hoeveel van die tijd hou je je bezig met schijnproductiviteit? En stel dat je efficiënter zou werken, zou je je werkweek dan kunnen verkorten?

Zoiets kun je alleen testen als je handvaten hebt om doelbewuster te werken, weet ook Glei. Ze geeft daarom enkele tips waarmee we efficiënter kunnen werken. Het enige wat we hiervoor nodig hebben, is een pen en papier. Niks geen pop-ups-blokkerende apps.

Echte beloningen

Wie efficiënter wil werken, zou volgens Glei zogeheten toevallige beloningen om moeten zetten in echte beloningen; het toevoegen van daadwerkelijke waarde aan je onderneming. “Toevallige beloningen zijn waarom we er zo van houden om onze e-mail en social media te checken”, zegt Glei. “Je e-mail is als een loterij. Doorgaans krijg je e-mails van een boze klant of iets zakelijks, maar soms win je. Je ontvang dan bijvoorbeeld een e-mail van een oude vriend. Of een compliment van een collega.”

Hetzelfde geldt volgens Glei ook voor een bedrijfsapp als Slack en alle vormen van social media. “Ze omringen ons, maar je wil ze niet al je aandacht geven. Vraag daarom aan jezelf: wil je toevallige beloningen krijgen of échte beloningen?” Als ondernemer word je volgens Glei pas echt beloond als je je langetermijndoelen haalt.

“Wat je kunt doen, is om de drie maanden je levensdoelen uitschrijven”, zegt Glei. “Plak ze aan de muur in je kantoor, zodat je ze altijd kunt zien.” Ook belangrijk, volgens de schrijver: maak aan het eind van je werkdag alvast je to-do-list voor morgen. Schrijf daarbij uit wat je wanneer wilt doen. “Zo begin je je dag niet met in bed met je telefoon, en is het alweer middag voordat je echt wat hebt gedaan.”

Vluchtige progressie

Ook belangrijk volgens Glei is dat we ons bewust worden van hoe we omgaan met de voortgang van ons werk. “We zijn verslaafd aan snel werk, omdat we als mensen zoeken naar afronding”, stelt ze. “Als we iets afronden krijgen we hier dopamine van. We houden er dus van om progressie in ons werk te ervaren.” Als voorbeeld wijst ze op alle zogeheten progress bars die je op websites zien. Ze geven je op nieuwswebsites bijvoorbeeld aan hoe ver je bent in een artikel.

Op zich een handige vinding, zou je zeggen. Toch ziet Glei ook een obstakel in onze continue zucht naar snelle progressie. “Het probleem is dat we onze langetermijnprojecten er al snel door laten ondersneeuwen. Die bevatten geen snelle progress bars.” Het afronden van betekenisvol kost simpelweg tijd, en je raakt al snel kwijt wat de status is van je voortgang.”

Ondanks alle kritiek kan de juiste social media-strategie goed uitwerken voor bedrijven, ontdekte hoogleraar social media Peter Kerkhof. Hij keek naar de klantenservice van KLM, die via Twitter, LinkedIn en Facebook geschiedt. “Ze reageren heel snel, waardoor je iets spoedig geregeld hebt”, zegt de hoogleraar. “Dit is dus handig als je een tas kwijt bent. Bovendien heeft het een positief effect op hoe gebruikers KLM beoordelen. Mensen die weten wat KLM op social media doet, blijken na een jaar positiever over het bedrijf te zijn.” Ook deed Kerkhof een onderzoek gericht op Facebook-posts. Hij liet een groep participanten verfbedrijf OldHolland op Facebook liken, waarna zij het bedrijf een maand moesten volgen. De andere groep in het onderzoek hoefde dit niet te doen. De likers beoordeelden het merk uiteindelijk positiever. Hoe zet je social media positief in? “Wat goed werkt is communiceren zoals mensen dat zelf online doen”, raadt Kerkhof bedrijven aan. “Gebruik dus bijvoorbeeld emoticons.” Wel benadrukt de hoogleraar dat je als bedrijf duidelijk voor ogen moet hebben welke doelgroep je wil benaderen. “Adverteren kan via social media, maar soms werkt een advertentie in het lokale suffertje ook nog steeds erg goed.”

Progress hacks

Met zogeheten progress hacks kun je dit volgens haar oplossen. “Hou bij hoeveel je dagelijks hebt gedaan. Bijvoorbeeld hoeveel woorden je hebt geschreven, of hoeveel bugs je hebt opgelost. Stel dat je in sales werkt, dan zou je dagelijks bij kunnen houden hoeveel deals je hebt gesloten.”

Glei raadt aan om naast een langetermijn- ook een progressiekalender te maken, waarbij je iedere dag je productie opgeeft. Door je productiviteit te vergelijken met die op voorgaande dagen, blijf je de dopamine van de voortgang ervaren.

Reactief werk

Dan blijft het probleem ontstaan dat we verslaafd zijn aan het beantwoorden van de ander, stelt Glei. “We doen veel te veel reactief werk”, zegt ze. Dit komt volgens de schrijver doordat we als mens getraind worden de ene positieve actie te beantwoorden met een andere. “Als iemand bijvoorbeeld ‘hallo’ tegen je zegt, zeg je al snel ‘hallo’ terug.”

Onze natuurlijke hang naar reactiviteit leidt soms tot absurde situaties, laat Glei zien. Ze geeft een voorbeeld van een onderzoeker die in de jaren ’70 besloot zeshonderd wenskaartjes naar willekeurige mensen te sturen. De man wilde weten hoeveel mensen hem terug zouden schrijven, dus vermeldde hij zijn adres op de kaart. Tot zijn grote verbazing kreeg hij van tweehonderd mensen een kaartje terug. Sommigen stuurden hem bovendien tot vijftien jaar later nog een kaart met de feestdagen.

Het nut van ‘nee’

Volgens Glei werkt het ook zo met onze mail en social media. Stuurt iemand ons een e-mail, dan willen we graag snel antwoorden. “Maar wil je al je tijd besteden aan het beantwoorden van e-mails?”, vraagt ze de zaal, om de vraag daarna direct zelf te beantwoorden. “Misschien niet, want iedereen met een smartphone heeft al toegang tot je. We moeten daarom vaker ‘nee’ leren zeggen tegen bepaalde kansen, om ‘ja’ te zeggen tegen onze grotere doelen.”

Glei pleit ervoor dat we onze instelling veranderen van ‘ik kan dat niet doen’ naar ‘ik doe dat niet’. “Verander bijvoorbeeld ‘ik kan mijn bezoek aan de sportschool niet cancelen’ naar ‘ik cancel mijn bezoek aan de sportschool niet’. Uit onderzoek is gebleken dat mensen die dat zeggen veel succesvoller zijn.” Glei pleit daarom voor een ‘stop doing-list’. “Stop bijvoorbeeld met meetings in de ochtend, of met nieuws lezen tijdens werktijd. Productiviteit draait in feite om wat je níet doet.”

Serieel monotasken

Dat we überhaupt kunnen multitasken is een mythe, weet ook VU-hoogleraar social media Peter Kerkhof. Mensen kunnen volgens hem eigenlijk alleen serieel monotasken, wat inhoudt dat je de ene taak afrondt en vervolgens overgaat tot de volgende. “Stel dat je alle meldingen op je laptop aan hebt staan. Telkens als je dan weer een pop-up van Facebook krijgt, raak je uit je concentratie en heb je tijd nodig om je opnieuw te focussen. Dat is niet goed. Als je dus geconcentreerd aan iets wil werken, is het verstandig om je meldingen uit te hebben staan.”

Wel nuanceert de hoogleraar dat dit wel erg van de aard van je werkzaamheden afhangt. “Een deel van mijn werk is bijvoorbeeld dat ik e-mails moet beantwoorden. In dat geval is een melding van een inkomende mail niet zo erg, omdat je dan toch van de ene naar de andere mail gaat.” Maar als Kerkhof geconcentreerd aan een artikel werkt, gebruikt hij de app Freedom. Deze app blokkeert alles; apps, websites of zelfs het hele internet. “Het zorgt ervoor dat je even vrij bent van de interrupties.”

Dat werk en privé meer door elkaar loopt door de digitalisering, ziet Kerkhof overigens niet als een probleem. “Het is van deze tijd”, zegt de hoogleraar. Wel maakt hij een onderscheid. “Als je in de avond een appje krijgt van een werknemer of collega, hoeft dat geen probleem te vormen. Krijg je echter privéberichten binnen die je tijdens werktijd storen, dan is het goed om te zoeken naar een oplossing.”

Bewustwording

De grote vraag is hoe de toekomst van de aandacht vretende social media eruit ziet. Krijgt Snapchat-strateeg Khan zijn zin en gaan we alleen nog maar meer tijd op social media-platforms doorbrengen? Of leven we toe naar een off-the-grid-bestaan, vrij van afleidingen door apps?

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kerkhof denkt dat ons social media-gebruik zeker niet zal afnemen. Wel ziet hij op privacygebied meer bewustwording optreden, waardoor gebruikers sneller hun profiel afschermen. De volgende stap is volgens hem dat we ons als mensen bewuster worden van de aandacht die apps van ons vragen. “Ik hoop dat we steeds meer zelf de controle over ons gedrag in handen krijgen.”

(foto’s Jocelyn K. Glei door Bas Uterwijk)