Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

5 manieren om meelifters en na-apers te bestrijden

Je zorgvuldig opgebouwde merkreputatie. Een innovatie waar je jarenlang voor gezwoegd hebt. Wil je voorkomen dat copycats meeliften op jouw succes, dan zijn dit zijn 5 dingen die je moet weten. 

Dit is een verkorte versie van een artikel uit Sprout magazine

1. Een merknaam

Bij mensen is het simpel. Hoewel er al duizenden baby’s zijn die Daan, Sophie, Sem of Julia heten, is het geen enkel probleem je kind zo te noemen. Voor bedrijven en producten is dat anders. “In de eerste plaats moet je naam onderscheidend zijn en mag het geen inbreuk maken op merken die al bestaan”, vertelt Arnaud Bos van Onel trademarks. “Al geldt dat niet altijd als het om heel verschillende producten gaat.

Zo is Ajax naast een voetbalclub ook een schoonmaakmerk. Beschrijvende namen worden meestal niet geaccepteerd. Comfort Chair bijvoorbeeld. Dat zegt direct iets over de eigenschappen van dat product en je mag die woorden niet monopoliseren. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor ingrediënten van een product.” 

2. De rechten van een merk

Ajax als schoonmaakmerk is dus toegestaan. Maar als moederbedrijf Colgate-Palmolive morgen besluit een voetbalschool te beginnen, hangt een clubadvocaat uit Amsterdam Zuidoost ongetwijfeld nog dezelfde dag aan de telefoon. “Met de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is je bedrijfsnaam beschermd tegen andere handelsnamen. Maar wil je een exclusief gebruiksrecht voor de hele Benelux en ook bescherming tegen andere merken, dan ben je aangewezen op het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom, het BBIE”, aldus Bos.

“Zo mag in Nederland bijvoorbeeld niemand anders de naam Sprout gebruiken voor het publiceren van tekst, beeld en geluid. En als iemand morgen de naam Sproet gaat gebruiken voor een online nieuwssite, kun je daar tegen optreden. Of dat vaak gebeurt? Oh, jazeker. Dat is aan de orde van de dag. Je moet weten dat er dagelijks duizenden nieuwe merknamen worden gedeponeerd.”  

3. Deponeren 

Online je merk registreren bij het BBIE is mogelijk – er is zelfs een helpfunctie die je bij alle stappen begeleidt. En in het vrij toegankelijke register op de site zie je meteen of jouw naam al door iemand anders is geclaimd. Toch is het zonder advies van een merkenjurist nog behoorlijk ingewikkeld: is je gekozen naam wel onderscheidend genoeg, niet misleidend en dekt de specificatie van producten en diensten wel al je activiteiten? Je zult niet de eerste zijn die de registratiekosten van 240 euro heeft betaald en vervolgens hoort dat de aanvraag is afgewezen.

“Als wij het voor je doen, kost dat 645 euro”, vertelt Bos. “We houden dan ook in de gaten of er geen misbruik van je merk gemaakt wordt.” Een wereldwijd bureau voor merkbescherming bestaat overigens niet. Je naam vastleggen in de Benelux, zeker als dat je thuismarkt is, is stap een. Vanaf dat moment heb je nog zes maanden om het merk te deponeren in andere landen die voor jou relevant zijn. Met terugwerkende kracht is je merk daar dan beschermd vanaf het moment dat je de inschrijving in de Benelux hebt geregeld. Handig, want zo kun je nog even afwachten welke landen relevant zullen zijn voor je merk.

 

 

Dit artikel komt uit Sprout Magazine.
Members ontvangen hem gratis.
Word Sprout Member!

 

 

4. Patenteren, je bent niet de enige

Je wil natuurlijk niet dat concurrenten er met je technologische noviteiten vandoor gaan, zeker startups met maar één technologie moeten hun product snel en goed beschermen. “Dat is de levensader van je bedrijf”, zegt Koos Plaggenborg, Nederlands en Europees octrooigemachtigde van Octrooibureau Novopatent. De meeste bedrijven kiezen tegenwoordig meteen voor een Europese octrooiaanvraag. Dat gebeurde in 2015 bijna 280.000 keer.

Een aanzienlijk deel daarvan komt voor rekening van grote bedrijven als Philips, Samsung en LG. Startups, MKB-bedrijven en uitvinders zijn verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de aanvragen. Is Europa je thuismarkt? Dan ben je aangewezen op het European Patent Office in Rijswijk. Vanaf volgend jaar wordt de octrooiaanvraag een stuk eenvoudiger, die hoeft dan namelijk niet meer te worden ingediend in alle talen van de landen waar je het octrooi geldig wilt maken.

5. De voorwaarden

Toch verkoopt Plaggenborg maar al te vaak een negatief advies aan zijn klanten. “Octrooien slaan altijd op een technisch product. Wat ik regelmatig tegenkom zijn managementtools, een nieuwe manier om producten te verkopen of een specifieke online dienstverlening. Dat zijn producten en diensten die niet geoctrooieerd kunnen worden.” Zogenaamde innovaties die er in werkelijkheid allang zijn of de toets der inventiviteit niet doorstaan, komen ook vaak langs. “De bierkrat met ingebouwde flessenopener zie ik elk jaar wel een keer”, aldus Plaggenborg.