Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Deze studenten investeren tonnen in startups

Als studenten in staat zijn om wereldbedrijven neer te zetten, dan kunnen studenten ook prima durfinvesteerder zijn. Dat is gedachte achter een investeringsfonds voor en door studenten, dat binnenkort uitbreidt van Twente naar Amsterdam.

Wat is de overeenkomst tussen Thuisbezorgd, Booking.com en Facebook? Het zijn alle drie miljardenbedrijven die werden opgericht door studenten.

En wie kan dit soort bedrijven beter spotten dan studenten zelf? “We zitten in de haarvaten van de studentenwereld. Dat vinden investeerders heel interessant”, zegt Bas van Klaveren.

Van Klaveren is samen met Jasper Driessens een van de initiatiefnemers van een investeringsfonds voor en door studenten, het Amsterdam Student Investment Fund. Dat is weer een vervolg op het Dutch Student Investment Fund, dat twee jaar geleden werd opgericht in Twente. In die regio werd al geïnvesteerd in LipoCoat, afgelopen maand ging er 50.000 euro naar Grasp, een spin-off van de Universiteit Twente.

Claim

“Het is nogal een claim”, zegt Van Klaveren, “maar ik ben ervan overtuigd dat wij interessante bedrijven eerder gaan zien dan gangbare investeerders. Daar kun je via ons op meeliften.”

Vanaf september wordt het concept officieel gelanceerd in Amsterdam. Op den duur zou zo’n beetje elke Nederlandse studentenstad zijn eigen studentenfonds moeten hebben, is het idee. Het concept is deels afgekeken van Wolverine Venture Fund, een fonds uit Chicago. Na de lancering van het DSIF kregen de Nederlandse oprichters op hun beurt vragen uit Helsinki, waarna in de Finse hoofdstad studentenfonds Wave Ventures van start ging.

Aan ambitie geen gebrek, al zijn de geïnvesteerde bedragen vooralsnog bescheiden. Het Amsterdamse fonds krijgt als het goed is een oorlogskas van een half miljoen euro, genoeg om ongeveer 10 student-ondernemers een kickstart te geven.

Angels

Het kapitaal is afkomstig van universiteiten, hogescholen, investeerders en bedrijven. En van angel-investeerders, die vanaf 25.000 in kunnen stappen en die het leuk vinden “om dicht op het vuur te zitten. “Als er bij ons iets moois uitkomt, dan is dit een kans om die vervolginvestering te doen.”

Het fonds is een logisch gevolg van de populariteit van ondernemen, zegt Driessens. “Universiteiten stimuleren meer en meer studenten om te ondernemen. Ondernemerschap is van iets ‘magisch’ naar iets bereikbaars gegaan. Als studenten in staat zijn om wereldbedrijven neer te zetten, waarom dan niet ook goede vc’s?”

Het bestuur van het fonds bestaat uit 4 studenten, met daarnaast 3 ervaren investeerders die minimaal 3 jaar bijdragen als een soort toezichthouder, coach en adviseur. Rijk zullen de student-bestuurders overigens niet worden; zij nemen zelf geen kapitaal mee en doen dit vooral om veel te leren.

Gemotiveerd

Die studenten doen ieder minimaal een jaar mee en “willen er echt hun jaar van maken”, zegt Driessens. “Ze zijn intrinsiek gemotiveerd om een startup te helpen. Dat komt terug in kleine dingen. Als je bijvoorbeeld live gaat, maar je hebt nog geen huisstijl, dan is de kans groot dat we iemand kunnen vinden die dit kan doen. Of we sturen je uitdaging door naar een lector business van de hogeschool die nog een praktijkcase nodig heeft. Dan lossen 200 marketingstudenten dit voor je op.”

Zeker voor studenten kan het fonds een springplank naar de ‘echte’ investeringswereld, zegt Van Klaveren. “Je praat zo’n beetje met alle vc’s die ertoe doen.”

“Investeerders van Keadyn, Peak Capital en Inkef kijken over onze schouder mee naar de propositie en geven een assessment over de deal. Wij vragen aan hen: zou je over 1 à 2 jaar willen investeren? Zo zie je als bestuur letterlijk hoe professionals ernaar kijken.”

Gat

Met investeringen van 25.000 euro tot 50.000 springt het studentenfonds naar eigen zeggen in een gat, met bedragen die nu lastig te bemachtigen zijn. “En in de studentenwereld lopen mensen rond met een tof idee of product, maar geen idee waar ze moeten zijn. Als studenteninvesteringsfonds wil je dat ze in een warm bad komen, waarin ze geholpen worden door gelijkgestemden en letterlijk met leeftijdsgenoten samenwerken.”

“Dat is wat anders dan dat je gelijk naar een ‘Grote Boze Investeerder’ stapt, die jou wel wil helpen, maar die ook uit is op rendement. Ga dan maar eens zonder ervaring je mannetje staan.”

Universiteiten slaan soms duizenden euro’s stuk op startupweekends en andere activiteiten om ondernemerschap in de studentenwereld te promoten, merkt Van Klaveren op. “In zo’n weekend helpt het, maar zodra je stopt met organiseren valt het weg. Je moet er constant tijd en aandacht in stoppen.”

In Enschede organiseert DSIF laagdrempelige pitchavonden, met banken die op Marktplaats zijn gekocht en een budget van 50 euro voor bier en chips, en promotie via Whatsapp. “Daar zie je elke keer nieuwe gezichten waarvan de gevestigde partijen zeggen, ‘hé, die kenden we nog niet.”

Studenten vinden

De grootste uitdaging is nu om genoeg geschikte studenten te vinden, zegt Van Klaveren. “Je krijgt veel verantwoordelijkheid. Een finance- of business-opleiding is daarbij niet vereist. “Het moet vooral een slim iemand zijn, die heeft laten zien dat hij of zij kan omgaan met verantwoordelijkheid. Ze moeten iets bijzonders in huis hebben, snel kunnen leren en ondernemende mindset hebben.”

Specifieke vakkennis leer je ook on the job. Zo geven investeerders coaching-sessies over alle ins- en outs van de investeringswereld. Aanmelden voor het bestuur van het Amsterdamse fonds kan nog tot 1 juni.

Wekelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Meer steden 

Binnenkort heeft hebben Driessens en Van Klaveren een afspraak voor een nog op te richten fonds in een andere stad (“Welke stad dat is mogen ze zelf bekendmaken”). “We horen ook uit andere steden geïnteresseerde geluiden. waaronder Eindhoven, Rotterdam, Delft en Utrecht.”

Ondertussen blijft het fonds op zoek naar investeerders. Geldschieters die uiteraard rendement willen zien. “Maar ze moeten het ook leuk vinden dat het een studentenfonds is, dat er ruimte is om fouten te maken.”