Geen producten in de winkelwagen.
Toen Jip Maathuis vorig jaar in de 25 onder de 25 belandde, was hij ondanks zijn 19 lentes al goed op weg met Brandsfit, waarmee hij inmiddels 82 Nederlandse clubs voorzag van gratis voetbalshirts.
Maathuis bedacht met Brandsfit een slim concept in een traditionele branche, waar het clubs vaak ontbreekt aan geld voor kleding en toegang tot sponsors. Brandsfit koppelt die clubs in ruil voor gratis shirts aan sponsors, die hun boodschap via de website van Brandsfit kunnen afstemmen op regio’s en leeftijd van de jeugdspelers.
Sponsors betalen vanaf 9 euro per shirt, voor een periode van 3 jaar; de prijs is afhankelijk van de plek op het shirt. Brandsfit geeft voetbalclubs daarnaast een webshop voor hun clubkleding.
Verhuizen
Nadat Enschedeër Maathuis eerder al een investeerder vond in de Belgische kledingfabrikant Cortina, is België nu ook zijn thuishaven geworden. “Antwerpen is centraler dan Enschede”, verklaart hij die stap desgevraagd. “En je bent zo in Amsterdam.” Maar het is natuurlijk ook wel handig om snel op de koffie te kunnen bij de Belgische aandeelhouder, die toch 50 procent van bedrijf in handen heeft (Maathuis heeft de rest nog in handen).
Het afgelopen voetbalseizoen hield Brandsfit een pilot om het businessmodel ook in de Belgische markt te testen. Dat liep zo goed dat het aantal aanmeldingen moest worden stopgezet. Binnen 2 weken hadden zich 35 clubs aangemeld.
Die eerste groep krijgt binnenkort zijn eerst lading voetbalshirts voor het nieuwe seizoen. Nog eens 175 aanmeldingen worden momenteel in rap tempo afgewerkt. De shirts zijn weliswaar gratis, maar het model van Brandsfit is niet voor iedere club geschikt, bijvoorbeeld omdat er afspraken lopen met een bestaande leverancier van kleding. Maar 80 procent van de clubs is wat dat betreft vrij van verplichtingen, zegt Maathuis.
All your shirts are belong to us
De ondernemer is niet bang dat zijn idee gekaapt wordt door een ander bedrijf. “Het businessmodel is succesvol omdat je het heel goed moet uitvoeren om een volledige oplossing te kunnen bieden. Als we vooral onze interne zaken goed op orde hebben, dan is dat belangrijk dan de vraag of we veel concurrenten hebben.” Over zijn omzet is Maathuis terughoudend, al deelde hij eind vorig jaar in een ander interview een bedrag van 620.000 euro.
Mede door de uitbreiding naar België moet Maathuis meer dingen uit handen geven. “Ik kan bijvoorbeeld geen zaken doen in het Frans. Ik moet zorgen voor een goed team en dat in goede banen leiden. Met mensen om me heen met een bewezen track record, waaronder ook mensen die in de raad van bestuur zitten van grote bedrijven. Die weten hoe je een bedrijfsproces managet en hoe je een internationale organisatie bouwt. Doe je dat centraal of decentraal bijvoorbeeld?”
Focus
Focus is nu belangrijker dan ooit, zegt Maathuis. Hij wil vooral zorgen dat zijn klanten goed worden bediend, door bijvoorbeeld actief te reageren op feedback. “Als een klant een suggestie doet dan zeg je het liefst ‘natuurlijk, dat gaan we regelen’. Uiteindelijk ben je er voor de klanten, maar zo kun je pas werken als je hun wensen in kaart hebt.” Door klanten op die manier ambassadeur te maken hoeft Brandsfit tot op heden amper geld uit te geven aan marketing.
Op de iets langere termijn gaat Maathuis verder Europa in. “Als België zo blijft groeien zien we ook potentie in andere regio’s. In Nederland groeien we ook nog hard. Maar als je een substantieel deel van de taart hebt, dat gebeurt op den duur, dan is het tijd voor de volgende stap. Of het passen het model ergens anders toe, op andere sporten.”
Ook in België zijn mensen af en toe verrast met zijn leeftijd als ondernemer. “Maar het businessmodel heeft zich bewezen. Dan wordt het bedrijf minder afhankelijk van een bepaalde persoon of een aardige jongen.”
Zie ook: Zo maakt Jip Maathuis (Brandsfit) van een Afrikaans businessmodel een succes in Nederland
