Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Miljoenennota: de belangrijkste regels voor startups

Startups en andere ondernemers komen er bekaaid vanaf bij het dinsdag gepresenteerde huishoudboekje van Rutte III. Door de afschaffing van de dividendbelasting lijkt Rutte III voorlopig nog vooral het kabinet van de corporates. Een overzicht van de voor ondernemers relevante nieuwe regelgeving.

Foto: Yuriko Nakao/Bloomberg

Terwijl de VVD van minister-president Mark Rutte zich graag mag opstellen als dé partij voor innovatie, valt hier maar weinig van te merken bij door doornemen van de Miljoenennota en het Belastingplan. Het derde kabinet Rutte biedt niet bijzonder veel innovatieve regelingen voor startups en mkb-bedrijven. Er komt – voorlopig – geen nieuwe regelgeving om aandelenparticipatie bij startups te vergemakkelijken. Ook staat er in de kabinetsplannen niets over hoe Rutte III particuliere investeringen in startups wil aanmoedigen. Wel blijft het eerder aangekondigde staatsfonds Invest-NL met een portefeuille van 2,5 miljard euro fier overeind staan. Dit fonds moet vanaf 2019 operationeel worden.

Voor multinationale corporates geldt dat Rutte III de zo omstreden afschaffing van de dividendbelasting koste wat kost wil doorzetten. De dividendbelasting zal geen onderhandelpunt zijn bij eventuele toekomstige samenwerkingen met andere partijen. Het kabinet lijkt zich daarmee vooral te presenteren als de belangenbehartiger van de gevestigde orde – de Shells van deze wereld – en minder als die van de startups. EY-startupkenner Erik de Heer verweet Rutte III dan ook vandaag op Sprout van het hebben van een “gemiste visie” en het maken van een “oliedomme keuze”. De nieuwe branche-organisatie voor startups Dutch Startup Organisation (DSA) stelt teleurgesteld dat dat er in Nederland nog niet sprake is van een “state of the startups”.

Wat verandert er precies voor ondernemers? Hieronder zet Sprout de belangrijkste punten onder elkaar van de dinsdag door minister van Financiën Wopke Hoekstra geleverde Miljoenennota en het Belastingplan.

Box 2: meer winstbelasting

Ondernemers moeten meer belasting betalen over opgepotte winsten die zij eerder hebben gemaakt. Op dit moment betaal je als ondernemer in box 2 nog 25 procent belasting, maar dit gaat in 2021 omhoog naar 26,9 procent. Ook al is dit minder dan de 28,5 procent die het kabinet oorspronkelijk had aangekondigd, branche-organisaties zijn uiterst kritisch over de verhoging. Zo noemt Hans de Boer van Hans de Boer werkgeversorganisatie VNO-NCW het een “boete op ondernemen”.

Belasting over bv-schuld

Omdat het Box 2-tarief lager wordt dan vooraf aangekondigd, ontstond logischerwijs een gat in de begroting. Om dit op te vullen, komt de regering met een nieuwe fiscale maatregel voor directeuren-grootaandeelhouders. Hebben zij een schuld bij hun eigen bv ter waarde van 5 ton, dan moeten zij daar vanaf 2020 belasting over betalen. Hiermee hoopt Rutte III jaarlijks 50 miljoen euro op te halen.

Vrijwilligerswerk goedkoper

Werk je als organisatie met vrijwilligers, dan krijg je een klein fiscaal voordeel. Voor kostendekkende vergoedingen van 150 euro per maand en 1500 euro per jaar hoefde je tot op heden geen premies werknemersverzekeringen te betalen. Vanaf volgend jaar wordt dit bedrag verhoogd tot 170 euro per maand of 1700 euro per jaar. De reden voor de verhoging is er een van inflatie: de hoogte van het bedrag was al sinds 2006 niet meer aangepast.

30 procent-regeling korter

Het is definitief: de door startups zo geliefde 30 procent-regeling gaat per 2019 omlaag van 8 naar 5 jaar. Deze regeling zorgt ervoor dat expats 30 procent van hun bruto loon onbelast vergoed kunnen krijgen. De overheid doet expats op die manier een toereiking voor hun huisvesting-, onderhoud- en reiskosten. Uit onderzoek van de overheid bleek daarentegen dat 80 procent van de expats zich niet langer dan 5 jaar in Nederland vestigt. Wie dit wel doet, blijft doorgaans langer hangen in Nederland. Landen in de regio bieden de regel bovendien ook voor ‘slechts’ 5 jaar aan. Daar komt bij dat er kritiek is uit het Umfelt: vakbonden, de FNV voorop, menen dat de overheid met deze regelingen Nederlandse werknemers van de arbeidsmarkt concurreert.

Nederlandse scaleups, de eerder genoemde De Heer en ook de DSA zijn niet blij met dit besluit. Voor sommige functies moet je nou eenmaal mensen uit het buitenland aantrekken. Hun vaardigheden vind je niet of slechts matig in Nederland, menen zij. De DSA stelde in juni al bereid te zijn om water bij de wijn te doen. Een overgangsregeling voor bestaande gevallen zou er toch op zijn mínst moeten komen, zei DSA-voorzitter Roland Sars indertijd aan Sprout. Helaas voor hem zit zo’n overgangsregeling er niet in: de regel geldt zowel voor nieuwe als bestaande gevallen.

Sneller winst maken

Wil je je verliezen als startup verrekenen met toekomstige winsten, dan kun je dat vanaf 2019 nog maar over 6 boekjaren doen. Op dit moment staat hier nog een termijn van 9 jaar voor. Het kabinet stelt deze regeling in om winstgevendheid te promoten. Als bedrijven er binnen 6 jaar niet in slagen om winst te maken, zouden die ondernemingen volgens het kabinet misschien wel niet levensvatbaar zijn.

Bij deze regeling kun je de nodige kanttekeningen zetten. Zoals ook De Heer in zijn pleidooi stelt, leven we in een geglobaliseerde wereld. Wil je het als startup maken, dan moet je niet nationaal maar mondiaal denken. Silicon Valley-bedrijven schalen pijlsnel en wereldwijd op. Zij stellen hun winstgevendheid uit om de benodigde investeringen hiervoor te kunnen doen. Door deze regeling in te korten, geeft het kabinet Nederlandse startups minder gereedschappen om te concurreren met de Amerikaanse innovatiekoningen. Dit kan op termijn ongunstig zijn voor onze economie.

Lagere vennootschapsbelasting

Een opsteker voor startups: de vennootschapsbelasting daalt stapsgewijs van 25 procent van de winst nu naar 22,5 procent in 2021. Eerder stelde de regering echter dat dit 21 procent zou worden. Maak je als ondernemer minder dan 2 ton winst, dan daalt de vennootschapsbelasting stapsgewijs van 20 procent nu naar 16 procent in 2021.

Lagere inkomstenbelasting

De inkomstenbelasting gaat omlaag. Vanaf volgend jaar is het laagste tarief 36,65 procent en het hoogste tarief 51,75 procent. Vanaf 2021 worden de eerste drie schrijven in de inkomstenbelasting daarnaast samengevoegd, waarbij je zo’n 37 procent belasting betaalt tot een inkomen van 68.507 euro en daarboven 49,5 procent. Doordat arbeid voor werknemers meer kapitaal oplevert, wordt werken – hopelijk – extra aantrekkelijk. Zo hoopt de overheid de krapte op de arbeidsmarkt tegen te gaan. Ook onderzoekt het kabinet hoe het mensen in deeltijd kan stimuleren extra uren te maken. In Nederland werken relatief veel mensen in deeltijd.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Kleine ondernemersregeling eenvoudiger

Ondernemers die minder dan 20.000 euro aan omzet maken, kunnen vanaf 2020 genieten van eenvoudigere regelgeving. Het zogeheten wetsvoorstel Wet modernisering kleineondernemersregeling moet de factor ‘btw’ elimineren. Dus: geen btw in rekening brengen, geen betaalde btw terugvragen en geen aangifte omzetbelasting doen.

Btw-verhoging

We wisten het al een tijdje, maar hij gaat door: de btw-verhoging voor het lage tarief van 6 naar 9 procent. Verkoop je voedsel, dranken, boeken of bijvoorbeeld geneesmiddelen, dan moet je vanaf komend jaar 9 procent belasting over je producten heffen. De btw-verhoging is bedoeld ter compensatie van de afschaffing van de dividendbelasting en is daarmee omstreden.