Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Picnic kan supermarkt-cao negeren dankzij verschillende bv’s

Online supermarkt Picnic hoeft zich niet aan de cao voor supermarkten te houden omdat de meeste bv’s binnen het bedrijf geen ‘supermarkt’ zijn. Dat is de strekking van een uitspraak van de kantonrechter dinsdag. Kleine nuance: vijftien van de 4000 Picnic-medewerkers vallen wél onder die cao.

FNV en Picnic stonden in de rechtszaal lijnrecht tegenover elkaar over de vraag of het bedrijf een supermarkt is, die zich ook aan de bijbehorende collectieve arbeidsovereenkomst (cao) zou moeten houden. Maar de vakbond wist de rechter uiteindelijk niet te overtuigen. 

Picnic won (uitspraak) met het argument dat het vooral een technologie- en e-commercebedrijf is, dat net zoals Bol.com en Coolblue producten aflevert bij consumenten. Daarbij wil het bedrijf dé logistieke speler worden in een wereld waar de straten dreigen vast te lopen met bestelbusjes vol met online aankopen, zei medeoprichter Joris Beckers vorige week tegen Sprout.  

BV’s 

Maar de feitelijke, juridische reden dat Picnic de claim van de FNV verslaat is dat het bedrijf is onderverdeeld in meerdere bv’s. Onder meer een voor de distributiecentra, een voor de bezorging en een voor medewerkers die de inkoop en het assortiment in de app van Picnic bepalen.

Alleen die laatste vennootschap die een online supermarkt exploiteert (Picnic B.V,) valt onder de cao voor het levensmiddelenbedrijf, stelt de kantonrechter. Bij dat onderdeel werken vijftien mensen, die zich van de rechter aan de supermarkt-cao moeten houden. “Op grond van uitleg van de cao heeft de kantonrechter beslist dat andere Picnic-vennootschappen, die zich bezighouden met bijvoorbeeld opslag, distributie of software-ontwikkeling, niet onder die cao vallen.” Bij Picnic werken 4000 mensen, onder wie 2500 uitzendkrachten.

Een ‘werkgever’ is een rechtspersoon die zelf een winkel exploiteert, verduidelijkt de rechter.  “Er zal dan ook per werkgever (dus per rechtspersoon die werknemers in dienst heeft) moeten worden bezien of de cao van toepassing is, hetgeen het geval als die werkgever een, in dit geval, virtuele inrichting exploiteert waar een verscheidenheid aan gebruiksartikelen worden verkocht.”


Zo ziet de BV-structuur van Picnic eruit: 

Picnic: verkoop van food en non-food artikelen, inclusief verbruiksartikelen aan consumenten;
Picnic Fulfilment: verwerking en opslag en inpakken van goederen. Bij de vennootschap zijn 190 werknemers in dienst. Daarnaast worden ook uitzendkrachten ingezet;
Picnic Technologies: houdt zich bezig met de ontwikkeling van software en heeft ongeveer 80 werknemers in dienst;
Picnic Hubs: binnen deze vennootschap vindt overslag van goederen plaats, die vervolgens worden bezorgd bij de consumenten;
Picnic Services: gericht op marketing en zakelijke dienstverlening, inclusief managementactiviteiten.


De rechter hamert op duidelijkheid voor werkgevers en werknemers (die geen partij zijn bij de cao ) over de vraag of zij onder de werkingssfeer van de cao vallen. De rechter noemt het in dit verband “opmerkelijk dat Picnic Technologies blijkens de dagvaarding volgens FNV onder de werkingssfeer van de cao viel omdat die vennootschap de software ontwikkelt voor de online supermarkt”, maar dat de FNV dit vervolgens niet meer mondeling inbracht tijdens de zitting.

Teleurgesteld

De FNV is “zwaar teleurgesteld” over de uitspraak van de rechter, schrijft de vakbond in een reactie. “We sluiten cao’s onder meer af om werknemers binnen één branche voor hetzelfde werk gelijk te belonen. Daarmee voorkom je concurrentie op arbeidsvoorwaarden. Door deze uitspraak worden medewerkers een speelbal in de concurrentiestrijd in de supermarktbranche.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De vakbond heeft drie maanden de tijd om in beroep te gaan tegen de uitspraak. “Of we dat doen wordt nu onderzocht door onze advocaten.”

Lees ook: ’FNV infiltreert in onze Slack en Whatsapp-groepen’