Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom ‘mammoet’ BMW een fonds voor startups in Silicon Valley begon

Stel: je bent traditioneel autobedrijf en je voelt de hete adem in je nek van techbedrijven uit Silicon Valley. Wat doe je? In datzelfde Silicon Valley een investeringsfonds lanceren voor startups, denken ze bij BMW.

Silicon Valley
Former farm fields replaced by high tech industry growth in the San Jose area, California. Foto: Getty

Het 57-jarige BMW-boardlid Peter Schwarzenbauer (rechts) heeft het als innovatiedirecteur allemaal voor zijn ogen zien gebeuren: had niemand het 20 jaar geleden in Silicon Valley nog over mobiliteit, inmiddels “werkt iedere tweede startup eraan”.

Niet alleen startups, ook grote techbedrijven en daar wringt het voor traditionele autoreuzen als het Duitse BMW. Wat te denken van de zelfrijdende auto van Google? Of het succes dat Tesla heeft met elektrische auto’s? Of nog zo eentje: taxibedrijf Uber, dat zonder ook maar een enkele auto te bezitten, gewaardeerd wordt op meer dan 75 miljard dollar?

Slim, slim, slim. Schwarzenbauer, die in de Amsterdamse A’DAM Toren is voor een startupsymposium namens BMW, is de eerste om het toe te geven: “96 procent van de tijd staan auto’s geparkeerd. We gebruiken ze slechts 4 procent van de tijd. Er zit dus een groot potentieel in de disruptie van onze industrie.”

Maar goed, disruptie betekent een kleiner marktaandeel voor partijen als BMW. Wat te doen? Je wil immers geen V&D worden. Schwarzenbauer: “Dit is een van de meest uitdagende tijden in de autosector.”

Lopen we als industrie tegen een muur op?

Bij BMW zaten ze dan ook met de handen in het haar, herinnert Schwarzenbauer: “Lopen we als industrie tegen een muur op of kunnen we ons transformeren tot een bedrijf dat een grote rol blijft spelen?”

In diezelfde board hebben ze het er wel een jaar over gehad: moeten ze links- of rechtsom met BMW? Het werd linksom; de enige manier om disruptie tegen te gaan, is immers door het te omarmen. Daarom beweegt BMW nu in de richting van een techbedrijf.

Investeringstak

En dat doe je door samen te werken met startups, denken ze bij de autoreus. En wat heeft BMW wel dat veel startups niet hebben? Juist, geld. Daarom lanceerde de autoreus in 2011 investeringstak BMW i Ventures.

Ze begonnen hun hoofdkantoor nog in New York, maar kwamen er al snel achter dat je in Silicon Valley moet zijn. Daar zitten de disrupters. Bij BMW zeggen ze het niet met zoveel woorden, maar het is voor de lange termijn van levensbelang om samen te werken met slimme startups voor Google en Tesla ze ontdekt hebben.

Sohaila Ouffata (rechts) werkt vanuit München aan de investeringstak van BMW. Ze lijkt de millennial waar corporates naar op zoek zijn. Ouffata loopt rond in skinny jeans en is naar eigen zeggen “fan van technologie”. Ze kijkt de zaal in de A’DAM Toren doordringend aan, alsof ze wil zeggen: corporates zaten lang op een dood spoor, maar vergeet het. Nu gaan we de toekomst tegemoet.

Ouffata legt uit dat BMW 500 miljoen euro aan zijn fonds heeft uitgekeerd, waarmee het team vrij is om te investeren in startups naar keuze. Tuurlijk, de startups moeten wel relevant zijn voor de mobiliteitsbranche. Denk daarom aan ondernemingen die bezig zijn met de branche van zelfrijdende auto’s, e-mobility, de deeleconomie en AI.

Inmiddels zit het fonds al in meer dan 20 ondernemingen, waarvoor volgens Ouffata “bijna 2000 mensen” werken. “We investeren in startups in alle stadia”, legt ze uit. “Van early stage-startups tot bedrijven in late stadia.” Ondernemingen kunnen volgens haar “500.000 euro tot 20 miljoen euro” krijgen per investering.

Naast het leren van startups, heeft i Ventures ook een financieel doel, zo legt Ouffata uit: “Bedrijven waarin we geïnvesteerd hebben, laten we graag snel groot worden. Als er dan een IPO of een exit komt, kunnen wij onze returns krijgen.”

Accelerator

Toch heeft BMW nog een lange weg te gaan. In de zaal in de A’DAM Toren kun je lang zoeken naar in de startupscene geliefde hoodies en sneakers, het lijkt nog vooral jasje-dasje bij BMW. Is een fonds opzetten dan ook voldoende om de startupscene bij je corporate te betrekken? Nee, denken ze bij BMW. Daarom lanceerde het autobedrijf in 2016 een eigen acceleratorprogramma in New York, geheten URBAN-X.

Eva Becker (rechts), ook millennial, werkt voor URBAN-X. Het bedrijf investeert ieder jaar in maximaal twintig bedrijven, legt ze uit. Ze kunnen tot 100.000 dollar krijgen. BMW zorgt voor mentoring en een expertnetwerk. URBAN-X zit niet alleen in automobile-bedrijven, maar ook in bijvoorbeeld voedsel-, en vastgoedbedrijven.

Becker heeft een idealistisch doel. Ze groeide op in een klein Duits plaatsje en droomde van het leven in de grote stad. Na echter in enkelen gewoond te hebben, ontdekte ze dat grote steden kil kunnen zijn. Kollossale flatgebouwen, brede autowegen: wie wordt er blij van? Beckers doel is om steden “leuk” te maken. “We willen daarom een community creeëren van stadsvernieuwers.”

Startupgarage

Zijn startups uit de accelaratorfase, dan kunnen ze in München aankloppen bij BMW startup Garage. Daar kunnen de bedrijven extra begeleiding krijgen van BMW in vier maanden durende trainingsprogramma’s. Matthias Meyer (rechts), die voor de startupgarage werkt, legt uit dat het BMW om meer te doen is: “We willen een klant zijn voor startups. Eerst een investering, en dan afnemer worden.”

Wat hebben ze bij BMW de afgelopen jaren geleerd van startups en disruptors? Oftewel: hoe ziet de toekomst van mobiliteit er eigenlijk uit volgens de board van BMW? Schwarzenbauer legt uit dat zijn bedrijf het zogeheten ACES-programma heeft gelanceerd, wat staat voor autonomous, connected, emission free, services.

Zelfrijdende auto

Zelfrijdende auto’s zullen we nog meemaken

Om maar te beginnen met ‘autonomous’. “Ik ben er 100 procent van overtuigd dat we zelfrijdende auto’s zullen meemaken”, zegt de innovatiedirecteur. “Maar de transitie is gecompliceerd. Er zijn veel factoren waarmee we rekening moeten houden. Denk maar eens aan Amsterdam met al die fietsen, die de regels niet volgen en all over the place zijn.” Om zich voor te bereiden op de transitie, kocht BMW aandelen in digitale kaartenmaker Here. Ook werkt het bedrijf samen met Intel en Mobileye.

Uiteindelijk zien we alleen nog zelfrijdende auto’s op de weg, vermoedt Schwarzenbauer: “De impact zal enorm zijn. Je hebt geen stoplichten en borden meer nodig, je hebt geen emissie meer, er ontstaan niet langer ongelukken en je zult geen geparkeerde auto’s meer zien. De voertuigen rijden namelijk continu, om mensen van bestemming naar bestemming te brengen.”

‘Nederland voorloper op innovatiegebied’
Nederland is een voorloper op innovatiegebied, meent BMW-innovatiedirecteur Peter Schwarzenbauer. De topman prijst ons goede ecosysteem voor startups, maar is ook kritisch. “Jullie moeten nog wel wat doen aan de communicatie naar buiten. Iedereen heeft het over Silicon Valley en de startup-scene in Israël. Over Nederland hoor ik niet vaak.”

Deeleconomie

Schwarzenbauer lijkt hiermee ook voor te sorteren op de deeleconomie (‘shared’) en de elektrische auto (‘emission free’). BMW test in Seattle nu al een deelplatform voor auto’s; een soort Greenwheels, maar dan in de Verenigde Staten. Het automerk brengt tot en met 2025 twaalf elektrische modellen uit, maar stelde eerder dit jaar wel: diesel is nog lang niet van het toneel.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Afijn, tot slot ‘connected’. In de toekomst gebruiken we, als het aan Schwarzenbauer ligt, onze iwatch of smartphone om te zien wanneer we naar ons werk moet gaan. Op het scherm verschijnt dan een melding. Je auto is gekoppeld aan de telefoon of horloge en berekent hoe lang zo’n reis duurt, daarbij rekening houdend met de drukte op de weg. De auto staat vervolgens op het gewenste moment voor de deur. Ook voorziet Schwarzenbauer dat we ons per vliegende auto (lees: drone) zullen verplaatsen in de toekomst.

Maar goed, of het BMW is die al deze innovaties op de lange termijn verwezenlijkt? Of verliest de traditionele autosector het toch uiteindelijk van de techbedrijven in Silicon Valley? Het is dé vraag in de branche, volgens Schwarzenbauer: “Kunnen techbedrijven sneller leren hoe je auto’s moet maken, of kunnen autobedrijven sneller leren hoe je tech moet maken?” Hij voegt er veelzeggend aan toe: “Ik weet het niet.”