Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Challenger50 van 2018

Swapfiets

Wat: Abonnementsfietsen voor de massa
Wie: Martijn Obers (27), Richard Burger (27), Dirk de Bruijn (28) en Steven Uitentuis (33)
Daagt uit: fietsenretailers
Sinds: 2015
Omzet (2017): 1,3 miljoen euro
Medewerkers: 700 (400 fte)
Website: Swapfiets.nl

De heren van Swapfiets kunnen terugkijken op een bijzonder ondernemersjaar. Ging de startup voor abonnementsfietsen begin 2018 de Duitse en Belgische grens over, in augustus brak het concern door de 60.000 gebruikers-grens heen, breidde het uit naar Denemarken en eind dit jaar verwacht Swapfiets de 100.000 gebruikers aan te tikken. Elke euro omzetgroei van Swapfiets betekent een omzetdaling voor de traditionele fietsenretailers, die het nog steeds moeten hebben van – veelal dure – koopfietsen.

Disrupters

Oprichters Martijn Obers (27), Richard Burger (27), Dirk de Bruijn (28) en de later aangehaakte Steven Uitentuis (33) zijn daarmee klassieke challengers en vooral: disrupters. Ze bieden hun klanten voor 15 euro per maand – en 12 euro per maand voor studenten – een abonnement op een fiets, inclusief snelle service bij pech onderweg. Zo maken ze het disruptieve businessmodel van gebruik in plaats van bezit mogelijk voor de fietsbranche. Hun dienst lijkt bovendien duurzaam: voor verhuurders is het van belang producten zo lang mogelijk mee te laten gaan. Het gevolg is dat de fietsen hoogwaardiger en degelijker worden en dat het financieel minder interessant wordt om wegwerpproducten te produceren. De verbeteringen die Swapfiets aan zijn karretjes heeft doorgevoerd, bewijzen hoe dat in de praktijk werkt.

‘Dit kon beter’

Uitentuis zegt dat zijn startup is ontstaan vanuit “een consumentenbehoefte die we zagen in de markt”. Uitentuis: “De drie oprichters zagen tijdens hun studententijd in Delft veel kapotte fietsen over het fietspad rijden en vonden dat dit veel beter en klantvriendelijker moest kunnen. Het concept is ontwikkeld vanuit de overtuiging dat de fiets het meest ideale vervoermiddel is in de stad, maar dat mensen geen tijd hebben voor het onderhoud van de fiets.” Voor hun productie werken ze samen met fietsbedrijf en PON-dochter Union. Ook werkt Swapfiets samen met een onbekende investeerder die geld steekt in “duurzame mobiliteitsondernemingen”, zo vertelden de heren eerder aan Sprout.

Dat Swapfiets ook van marketing kaas gegeten heeft, blijkt uit de blauwe voorband waarmee de Swapfiets-abonnementsfietsen standaard zijn uitgerust. De band refereert aan het Delfts blauw, van de stad waar de – in Amsterdam woonachtige – ondernemers studeerden. Iedere nieuwe Swapfiets op straat betekent extra reclame voor het bedrijf. Sprout-hoofdredacteur Remy Gieling legde deze zomer al eens uit hoe dat werkt: “Wie ze eenmaal heeft gespot, ziet ze overal: fietsen met een felblauwe voorband.”

Geen nicheproduct

Ze zijn dan ook vrijwel overal: Swapfiets is in staat gebleken zijn concept razendsnel uit te breiden naar negentien grote en middelgrote steden in Nederland. Dus niet alleen in de hippe centra van Amsterdam en Utrecht. Welnee, van Leeuwarden tot Osdorp: de felblauwe fietsbanden van Swapfiets spot Sprout werkelijk overal. Waar het voor de hand zou liggen een innovatief concept als abonnementsfietsen in te zetten als nicheproduct voor hipsters en early adopters, kiest Swapfiets bewust voor de massa. Wil je immers verandering in een markt bewerkstelligen, dan heb je zoveel mogelijk believers nodig. Dat lijken de heren aardig begrepen te hebben.

Winner takes all

Wat ze ook goed begrijpen, is dat hun markt een behoorlijke winner-takes-all-potentie heeft. Heb je als consument eenmaal een abonnement bij een goede huurfietsleverancier, dan zul je waarschijnlijk niet zo snel naar een concurrent gaan – tenzij die weet te concurreren op prijs, natuurlijk. Om in zoveel mogelijk markten snel te kunnen winnen, breidde Swapfiets al uit naar België, Duitsland en Denemarken. In iedere stad wordt een leger aan fietsreparateurs opgetuigd, wat ze nu al een personeelsbestand van zeshonderd – veelal parttimende – Swapfietsers opleverde. Zie daar als concurrent nog maar eens tegenop te, eh, fietsen.