Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Constantijn: één Nederlandse unicorn per jaar moet kunnen

Laatst bijgewerkt: 12-11-2020 08:25:09

Persbericht - Prins Constantijn van Oranje denkt dat Nederland minstens één unicorn per jaar moet kunnen produceren. Maar dan moeten organisaties wel beter met elkaar samenwerken en moeten bedrijven veel meer worden begeleid in elke fase van hun groei. Dit zegt de speciaal gezant van Startupdelta tegenover Investeerders.nl.

Investeerders.nl ging in gesprek met Constantijn van Oranje, nadat hij net terug was van zijn trip naar Las Vegas. Daar ondersteunde hij vijftig ambitieuze bedrijven op de Consumer Electronics Show (CES), ‘s werelds grootste techbeurs.

Tijdens het evenement merkte Constantijn hoe belangrijk het is dat bedrijven en overheden nauw samenwerken. Hij ziet hierin ook een rol weggelegd voor Startupdelta, een initiatief van het ministerie van Economische Zaken dat probeert in binnen- en buitenland Nederlandse startups te ondersteunen.

‘Ondernemers weten elkaar soms amper te vinden’
“Onze krachten bundelen is hierin echt de sleutel. Ondanks dat ons land prima is te overzien, weten ondernemers of instanties uit Eindhoven, Amsterdam en Groningen elkaar soms amper te vinden, of ze zien elkaar als concurrenten. Ik ben ervan overtuigd dat als we elkaar een handje helpen en de kansen benutten die  het buitenland te bieden heeft, er voldoende te winnen is voor iedereen.”

‘Minstens één unicorn per jaar moet kunnen’
Hij is dan ook van mening dat er in Nederland minstens één unicorn per jaar moet kunnen opstaan. Een unicorn is een bedrijf waarvan de waarde op minstens een miljard dollar wordt geschat. “Waarom niet? Qua infrastructuur, kenniseconomie, locatie of al die andere randvoorwaarden is er niets waar het ons in Nederland aan ontbreekt.”

De prins ziet tegelijkertijd dat in andere landen nieuwe bedrijven een snellere groei doormaken dan in Nederland. Volgens hem komt dit niet door een gemis aan geld, kennis of ambitie in ons land, maar door de verdeeldheid ervan. In het buitenland werken organisaties meer samen en worden startups veel meer begeleid in elke fase van hun groei, zo stelt hij.

‘Kapitaal is te versplinterd’
De prins is verder van mening dat we in Nederland weliswaar over voldoende kapitaal beschikken, maar dat die momenteel te versplinterd is. ” We hebben grotere fondsen nodig, al ben ik er geen voorstander van dat de overheid bestaande fondsen moet bundelen. Dat laat ik liever aan de markt over.”

De overheid is overigens bezig met het herzien van haar startupbeleid en komt dit voorjaar nog met een nieuw actieplan. Constantijn hoopt dat de verbeterpunten worden opgepikt, maar twijfelt ook of dit soort fiscale veranderingen nog voldoende impact gaan hebben. “Het zijn stappen in de juiste richting, maar ik ben van mening dat het buitenland veel sneller gaat. Dit gaat niet voorkomen dat we worden ingehaald door de landen om ons heen.”